Na 2020 gaat Europa CO2-emissie door landgebruik tellen

De Europese Unie stelt zichzelf tot doel om de broeikasgasemissie met minstens 40 procent te doen dalen tussen 1990 en 2030. Samen met de andere sectoren die niet onder de handel in emissierechten vallen (vervoer, bouw en afvalverwerking) moeten land- en bosbouw en landgebruik een bijdrage van min 30 procent leveren. In de toekomst moet landgebruik een nul-operatie worden qua CO2-uitstoot. Met de emissies door veranderingen in landgebruik zal na 2020 rekening gehouden worden, waarmee de Commissie gehoor geeft aan de kritiek op biobrandstoffen van de eerste generatie.
22 juli 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:36

De Europese Unie stelt zichzelf tot doel om de broeikasgasemissie met minstens 40 procent te doen dalen tussen 1990 en 2030. Samen met de andere sectoren die niet onder de handel in emissierechten vallen (vervoer, bouw en afvalverwerking) moeten land- en bosbouw en landgebruik een bijdrage van min 30 procent leveren. In de toekomst moet landgebruik een nul-operatie worden qua CO2-uitstoot. Met de emissies door veranderingen in landgebruik zal na 2020 rekening gehouden worden, waarmee de Commissie gehoor geeft aan de kritiek op biobrandstoffen van de eerste generatie.

Met bindende klimaatdoelstellingen per lidstaat en een uitgekiende strategie zwengelt de Europese Commissie de omschakeling naar een koolstofarme economie aan. Tegen 2030 moet de CO2-uitstoot met 40 procent omlaag in vergelijking met 1990. De industrie en energiesectoren moeten hun emissie met 43 procent reduceren, waarbij 2005 als referentiejaar geldt. De sectoren die niet gevat worden door de handel in emissierechten, onder meer land- en bosbouw, wacht een opdracht van min 30 procent.

De zogenaamde niet ETS-sectoren hebben volgens de laatste beschikbare data hun uitstoot met 13 procent verminderd tussen 2005 en 2014. Richting 2020 koersen ze af op een reductie met 16 procent terwijl de EU maar min 10 procent had vooropgesteld. Vrijwel alle lidstaten zullen in 2020 onder de nationale plafonds duiken voor de sectoren landbouw, bosbouw, landgebruik, vervoer, bouw en afvalverwerking.

Nu 2020 nadert, kijkt de Europese Commissie al verder vooruit. In 2014 was er in de Europese Unie eensgezindheid over een klimaatdoelstelling van 40 procent minder broeikasgassen tegen 2030, waarbij 1990 als referentiejaar genomen wordt. Heel concreet wordt het nu door de bindende doelstellingen die de Commissie becijferde voor elk van de lidstaten.

België heeft net als andere West-Europese lidstaten veel werk voor de boeg. Van de land- en bosbouw en de andere niet-ETS sectoren in ons land verwacht Europa een inspanning van min 35 procent. Voor Oost-Europese lidstaten als Bulgarije (0%), Roemenië (-2%), Letland (-6%) en Polen (-7%) wordt de lat veel lager gelegd. Alle nationale inspanningen in de niet-ETS sectoren opgeteld bij de reducties gerealiseerd door industrie en energiesectoren moeten Europa in staat stellen om zijn bijdrage te leveren aan het Klimaatakkoord van Parijs.

Landgebruik krijgt een centrale rol toebedeeld in het Europese klimaatbeleid, als deel van het probleem maar ook van de oplossing. CO2 kan immers vastgelegd worden in de landbouwbodem. De Europese bossen absorberen op hun beurt het equivalent van tien procent van de totale broeikasgasemissie in Europa. Na 2020 gaat de emissie door veranderingen in landgebruik meetellen in de CO2-balans van lidstaten. Zo komt de Europese Commissie tegemoet aan de kritiek op biobrandstoffen. Wie koolzaad teelt op recent gescheurd grasland of op een ontbost perceel is immers niet de klimaatweldoener waarvoor hij graag wil doorgaan.

De Commissie zegt te zullen rekenen op landbouwers voor de toepassing van klimaatvriendelijke teeltmethoden. De houtindustrie mag er zich op verheugen dat de overheid zichtbaarder gaat maken dat hout voor langere tijd CO2 opslaat. De Commissie gaat de lidstaten ook sturen richting een meer klimaatvriendelijk landgebruik. Elk land zal er over moeten waken dat veranderingen in landgebruik op zijn grondgebied geen negatief klimaateffect hebben. Als er CO2 vrijkomt door een ander landgebruik, dan moet dat gecompenseerd worden. Een ontbossing noopt dus tot het aanplanten van een nieuw bos, of tot het duurzamer beheren van bestaand bossen en landbouwgronden. Alle lidstaten gaan de emissie en captatie van CO2 door veranderingen in landgebruik op dezelfde manier moeten meten.

Een lidstaat die er niet in lukt om het landgebruik klimaatneutraal te maken op het eigen grondgebied, kan 'krediet' kopen van een ander land. Dit moedigt volgens de Europese Commissie landen met een voor het klimaat gunstig landgebruik aan om nog beter te doen dan de nationale doelstelling. Ieder jaar zullen lidstaten de stand van zaken moeten rapporteren aan Brussel maar tussen 2020 en 2030 wordt er twee keer de balans opgemaakt.

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek