"Ondergrond Westhoek is tikkende tijdbom"

Op basis van een onderzoek met een bodemscanner van de UGent is duidelijk geworden dat er nog veel meer oorlogsmunitie onder de grond zit in de Westhoek dan gedacht. “De bovenste laag van 30 centimeter is de afgelopen eeuw door landbouwers opgeruimd”, zegt professor Marc Van Meirvenne van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent in Het Nieuwsblad. “Maar daaronder, op een diepte tussen 40 centimeter en een meter onder de oppervlakte zitten nog heel wat metalen voorwerpen. Dit is een tikkende tijdbom”, waarschuwt hij.
5 november 2015  – Laatste update 14 september 2020 14:32
Lees meer over:

Op basis van een onderzoek met een bodemscanner van de UGent is duidelijk geworden dat er nog veel meer oorlogsmunitie onder de grond zit in de Westhoek dan gedacht. “De bovenste laag van 30 centimeter is de afgelopen eeuw door landbouwers opgeruimd”, zegt professor Marc Van Meirvenne van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent in Het Nieuwsblad. “Maar daaronder, op een diepte tussen 40 centimeter en een meter onder de oppervlakte zitten nog heel wat metalen voorwerpen. Dit is een tikkende tijdbom”, waarschuwt hij.

De niet-invasieve bodemscanner van de UGent wordt normaal ingezet voor onderzoek naar precisielandbouw, maar blijkt ook heel bruikbaar voor archeologische toepassingen. Intussen wordt de ondergrond van de zone rond Ieper en Heuvelland al meer dan een jaar gescand met de rijdende bodemsensor om zo zicht te krijgen op de oorlogsmunitie die nog onder de grond zit. En het beeld dat de bodemscan onthult, is volgens de onderzoekers verbijsterend. Het zou gaan om tot wel 420 stukken metaal per hectare, allemaal niet dieper dan één meter onder de grond.

“Het is niet onlogisch dat dit metaal daar zit, want de regio werd tijdens de eerste Wereldoorlog vier jaar lang onafgebroken bestookt met honderd miljoen gifgasgranaten en obussen. Daarvan is vijf tot vijftien procent niet ontploft. Het gas in die springtuigen werkt nog altijd. Komt het vrij, dan is het bij inademing dodelijk”, aldus professor Van Meirvenne. Die munitie wordt volgens hem ieder jaar gevaarlijker. “De wand van de granaten raakt steeds meer doorgeroest waardoor de kans op lekken toeneemt. Bovendien duwt de vorst dat dodelijke tuig langzaam naar de oppervlakte en ook de boeren ploegen steeds dieper doordat ze met zwaardere tractoren werken.”

De professor vindt het dan ook onbegrijpelijk dat er geen regelgeving bestaat die de veiligheid waarborgt in een regio met de hoogste concentratie van ondergrondse oorlogsmunitie van de hele wereld. “Soortgelijke gebieden in Frankrijk zijn verboden terrein voor het publiek. Hier werd de hele frontzone zomaar vrijgegeven.” Lokale politici worden zich almaar meer bewust van het gevaar. Zo zijn de burgemeesters van de Westhoek op een gezamenlijk overleg overeengekomen dat ook in Vlaanderen vergelijkbare wetgeving nodig is.

“We hebben enerzijds nood aan gespecialiseerde aannemers om het springtuig uit de grond te halen”, zegt Marc Lewyllie, burgemeester van Heuvelland, “maar anderzijds hebben we ook geld nodig. Onderzoek van de ondergrond kost één euro per vierkante meter dus we zullen de hulp nodig hebben van Vlaanderen of van Europa voor het vinden van voldoende financiële middelen.” Volgens de burgemeester is het probleem dat de mensen in de regio hebben leren leven met het ondergrondse gevaar. “Sommige boeren lachen ermee, maar beseffen niet dat het risico elk jaar toeneemt.”

Meer informatie: Massa- en dieptebepaling van metalen restanten van WO I met niet-invasieve bodemsensoren

Bron: Het Nieuwsblad

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek