Ook Dirk Draulans schrijft boek over Wase Polders

Nadat Chris De Stoop in zijn boek ‘Dit is mijn hof’ de schuld van de teloorgang van de landbouwbedrijven in de Wase polders legt bij de Antwerpse haven en de natuurbeweging, reageert journalist en bioloog Dirk Draulans met een eigen boek. Daarin neemt hij het op voor wat De Stoop ‘nepnatuur’ noemt. “In deze nieuwe natuur leven honderden wulpen, duizenden brandganzen, lepelaars en zeldzame roofvogels. Je kunt debatteren over de wenselijkheid van nieuwe natuur als surrogaat voor verdwenen natuur, over de wenselijkheid om er landbouwgrond voor op te offeren, maar je kunt de waarde van deze nieuwe natuur niet in twijfel trekken”, meent Draulans.
8 april 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:34
Lees meer over:

Nadat Chris De Stoop in zijn boek ‘Dit is mijn hof’ de schuld van de teloorgang van de landbouwbedrijven in de Wase polders legt bij de Antwerpse haven en de natuurbeweging, reageert journalist en bioloog Dirk Draulans met een eigen boek. Daarin neemt hij het op voor wat De Stoop ‘nepnatuur’ noemt. “In deze nieuwe natuur leven honderden wulpen, duizenden brandganzen, lepelaars en zeldzame roofvogels. Je kunt debatteren over de wenselijkheid van nieuwe natuur als surrogaat voor verdwenen natuur, over de wenselijkheid om er landbouwgrond voor op te offeren, maar je kunt de waarde van deze nieuwe natuur niet in twijfel trekken”, meent Draulans.

Het boek van Dirk Draulans ‘In de putten’ kreeg de ondertitel ‘Natuurdagboek uit een conflictlandschap’. In dagboekstijl beschrijft Draulans die zelf in de Scheldepolders woont, een jaar lang wat er gebeurt in zijn omgeving. Hij neemt daarbij het standpunt in van de natuurminnaar die meent dat niet alleen kwetsbare mensen, maar ook kwetsbare dieren aandacht verdienen. Hij beschrijft wat er elk seizoen in de natuur gebeurt en hoe het gebied, waar mensen wonen en werken met vaak onverzoenbare belangen, verandert.

“Iemand moet de grutto’s en de lepelaars verdedigen”, zegt hij daarover in De Standaard. Een jaar lang observeerde hij het natuurgebied dat recht tegenover zijn deur ligt, Putten West. Vroeger was het een landbouwgebied, maar sinds 2001 werd het aangelegd als natuurgebied ter compensatie voor de bouw van het Deurganckdok. Via zijn natuurobservaties vertelt hij in zijn boek over het wel en wee van vogels, maar ook over vossen, vlinders, spinnen en over hoe populaties dreigen uit te sterven of zich net herpakken.

De schrijver en bioloog noemt het landschap voor zijn deur één van de mooiste van Vlaanderen. De kritiek van De Stoop dat dit ‘nepnatuur’ is die niet doet wat ze moet doen, namelijk het broedsucces verhogen van vogels die in de verdrukking zitten, klopt volgens Draulans niet. “Het broedsucces van kluten en grutto’s ligt altijd laag. In de natuurcompensatiegebieden steeg het aantal broedende gruttoparen van een 30-tal in 2003 naar meer dan 100 in 2010, maar daarna kwam een terugval. Volgens biologen is het te laag, maar het vogelbestand blijft er wel op vooruitgaan. Het Agentschap Natuur en Bos weet hoe je dit gebied aantrekkelijker kunt maken voor die soorten vogels, maar daar is geen geld voor.”

Draulans wijst erop dat er ook veel meer vogels zitten dan kluten en grutto’s, zoals lepelaars, kiekendieven en blauwborsten. Dat zijn vogels die met uitsterven bedreigd zijn en die je nergens anders meer vindt.” Hij zegt ook dat er van die wiegende korenvelden en een weiland met koeien waarover De Stoop het in zijn boek heeft, niets meer overblijft. “Ik zie alleen enorme perenboomculturen waar om de haverklap van alles op gespoten wordt, enorme aardappelvelden en uitgestrekte maïsmonoculturen”, klinkt het.

“Zwaluwen, vleermuizen in schuren en kneutjes in de boomgaard, dat is de boerennatuur waar de boeren het zo graag over hebben, maar dat is enkel natuur die getolereerd wordt omdat ze niet in de weg loopt van de productie”, verwijt Draulans de landbouwsector. Nochtans kan er volgens hem wel een vergelijk gevonden worden tussen boeren en natuur. “In het zogenaamde verwevingsmodel kan je monocultuur aantrekkelijker maken door houtkanten en bloemenstroken aan te leggen. Maar daar moet je hier niet mee afkomen, de boeren lachen je weg.” Al benadrukt hij dat bedreigde soorten zoals kiekendieven en grutto’s daaraan niet voldoende hebben. Zij hebben echt aparte natuurgebieden nodig.

Dat eeuwenoude hoeves zoals het Hof Ter Walle met de sloophamer geveld worden bij de aanleg van deze nieuwe natuurgebieden, is voor Draulans ook een brug te ver. “Ik vindt het onzin om die oude boerderijen te slopen. Hof Ter Walle had best als ontmoetingshuis kunnen dienen. Net zoals het onnodig is om een gehucht als Ouden Doel weg te maaien. De vogels zullen ook wel gedijen tussen die hoeves of die enkele bewoners.”

Dat de hele landbouw in de polders moet wijken voor natuur klopt volgens de bioloog niet. “Ik heb het nagevraagd hoeveel landbouwbedrijven er nu echt getroffen worden. De meesten moesten grond inleveren voor de haven en 24 boerderijen zijn of worden afgebroken voor de natuurcompensaties voor het Deurganckdok. Maar soms gaat het over bedrijven die niet meer actief zijn. Alle anderen zijn vergoed of kregen elders gronden aangeboden”, beweert Draulans.

Bron: De Standaard/eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek