Openbaar onderzoek MAP5 bleef niet zonder resultaat

Wie zich afvraagt of een publieksraadpleging over wetgeving die in de maak is wel zoden aan de dijk brengt, mag uit de aanpassingen aan het vijfde mestactieprogramma concluderen dat inspraak wel degelijk loont. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) brengt uitgebreid verslag uit van de opmerkingen die geleid hebben tot aanpassingen. Voorbeelden daarvan zijn een wijziging aan de uitrijregeling, twee maanden opslag van stalmest op de kopakker in plaats van één maand en aan recent wetenschappelijk onderzoek aangepaste uitscheidingsnormen voor de mest van zoogkoeien. De in totaal 800 reacties kwamen uit verschillende hoeken: landbouw-, milieu- en andere sectororganisaties, onderzoeksinstellingen, de mestverwerkingssector, landbouwers en burgers, enz. Uiteraard werden niet alle opmerkingen verwerkt in MAP5, maar daarom zijn ze niet naar de prullenmand verwezen.
18 augustus 2015  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:23
Lees meer over:

Wie zich afvraagt of een publieksraadpleging over wetgeving die in de maak is wel zoden aan de dijk brengt, mag uit de aanpassingen aan het vijfde mestactieprogramma concluderen dat inspraak wel degelijk loont. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) brengt uitgebreid verslag uit van de opmerkingen die geleid hebben tot aanpassingen. Voorbeelden daarvan zijn een wijziging aan de uitrijregeling, twee maanden opslag van stalmest op de kopakker in plaats van één maand en aan recent wetenschappelijk onderzoek aangepaste uitscheidingsnormen voor de mest van zoogkoeien. De in totaal 800 reacties kwamen uit verschillende hoeken: landbouw-, milieu- en andere sectororganisaties, onderzoeksinstellingen, de mestverwerkingssector, landbouwers en burgers, enz. Uiteraard werden niet alle opmerkingen verwerkt in MAP5, maar daarom zijn ze niet naar de prullenmand verwezen.

In uitvoering van de Europese Nitraatrichtlijn heeft de Vlaamse overheid een mestactieprogramma (MAP 5) voor de periode 2015-2018 opgesteld. Het vijfde mestactieprogramma bevat maatregelen om de verontreiniging van water door nitraten en fosfaten uit agrarische bronnen te verminderen en verdere verontreiniging te voorkomen. In juni werd het decreet dat uitvoering geeft aan MAP5 goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Voordien was het onderworpen aan een publieke consultatieronde die iedereen de kans gaf om opmerkingen te formuleren. Daar werd gretig gebruik van gemaakt, getuige de circa 800 reacties uit diverse hoeken. Die reacties zaten gegroepeerd in 101 adviezen, waarvan een derde afkomstig was van organisaties en de rest van particulieren (landbouwers en burgers). Veel particuliere reacties hebben betrekking op de impact van MAP5 op biologische landbouw.

Na het openbaar onderzoek heeft VLM de inspraakreacties verwerkt en een ‘overwegingsdocument’ opgesteld. Dat document bevat een overzicht van de aanpassingen aan MAP5 naar aanleiding van het openbaar onderzoek. Zo werd de uitrijregeling geharmoniseerd met als resultaat dat voor (organische, dierlijke of minerale) meststoffen met vergelijkbare eigenschappen gelijke regels gelden met betrekking tot de bemestingsperiode en -wijze. Tuinbouwbedrijven met de status focusbedrijf zullen hun vroege teelten toch vanaf 15 februari mogen bemesten in plaats van 1 maart. Grasklaver wordt opgenomen als vanggewas. Zeer relevant voor alle landbouwers is dat fosforanalyses worden terugbetaald als aangetoond wordt dat de fosfaatvoorraad in de bodem beperkt is (klasse I of II). Verder is in MAP5 ingeschreven dat bij uitzonderlijke weersomstandigheden afgeweken kan worden van de verbodsperiode om te bemesten. Deze mogelijkheid is momenteel enkel voorzien voor de inzaai van het vanggewas.

Het zou ons te ver leiden om een volledig overzicht te geven van alle inspraakreacties die zijn meegenomen in MAP5. Daarvoor verwijzen we naar het overwegingsdocument van VLM. Bovendien willen we niet laten uitschijnen dat elke opmerking een weerslag gehad heeft op MAP5. Soms was dat niet het geval en gebeurt er verder niets met de reactie op de raadpleging terwijl het ook kan dat een item meegenomen wordt ‘in het vervolgtraject’, zoals dat dan heet. Dat wil zeggen dat er waarschijnlijk nog wat mee gedaan wordt bij de verdere uitwerking van wetenschappelijk onderzoek, in de werking van de administratie of in eventuele, latere aanpassingen van de mestwetgeving. In deze categorie vallen onder meer de vraag om een oplossing te zoeken voor het grote aantal staalnames op kleinschalige bedrijven met een grote diversiteit aan gewassen op een kleine oppervlakte. En bijvoorbeeld ook de vraag naar meer onderzoek naar de oorzaak van hoge nitraatconcentraties in MAP-meetpunten die onder invloed van nitraatrijk bronwater staan.

Meer info: VLM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek