Opent index voor melkkoeienwelzijn perspectieven?

Het welzijn van melkvee kan voortaan op een efficiënte en betrouwbare manier worden bepaald dankzij de flexibele en relatief snel uitvoerbare index die werd ontwikkeld door ILVO-UGent onderzoekster Sophie de Graaf. Dat biedt perspectieven, want melkveebedrijven met goede welzijnsscores kunnen zich zo profileren en zelfs een meerprijs bedingen voor hun diervriendelijk geproduceerde melk. Volgens het onderzoek is daar een markt voor: in een enquête met meer dan 750 consumenten, verklaarde 32 procent zich bereid een meerprijs te betalen voor melk van “diervriendelijke” bedrijven. Voor de meeste consumenten bleek toegang tot weidegang en afwezigheid van ziekten voor de koeien belangrijke welzijnsfactoren te zijn.
17 februari 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:32
Lees meer over:

Het welzijn van melkvee kan voortaan op een efficiënte en betrouwbare manier worden bepaald dankzij de flexibele en relatief snel uitvoerbare index die werd ontwikkeld door ILVO-UGent onderzoekster Sophie de Graaf. Dat biedt perspectieven, want melkveebedrijven met goede welzijnsscores kunnen zich zo profileren en zelfs een meerprijs bedingen voor hun diervriendelijk geproduceerde melk. Volgens het onderzoek is daar een markt voor: in een enquête met meer dan 750 consumenten, verklaarde 32 procent zich bereid een meerprijs te betalen voor melk van “diervriendelijke” bedrijven. Voor de meeste consumenten bleek toegang tot weidegang en afwezigheid van ziekten voor de koeien belangrijke welzijnsfactoren te zijn.

Welzijnsproblemen bij melkkoeien kunnen verschillende vormen aannemen, gaande van gezondheidsproblemen zoals kreupelheid en ziektes, tot gevolgen van onaangepaste stalinrichting zoals langdurige dorst door te weinig drinkbakken, tot gedragsproblemen zoals schichtigheid ten gevolge van ruwe behandeling. Behalve mortaliteit en mastitis (uierontsteking) worden dergelijke welzijnsfactoren in Vlaanderen niet systematisch opgevolgd. “Toch kunnen routinematig verzamelde data over welzijnsproblemen kansen bieden om een ‘welfare assurance scheme’ op een kosten-efficiënte manier te introduceren”, aldus onderzoekster Sophie de Graaf.

Om het welzijn van melkkoeien te kunnen garanderen, moet het eerst op een betrouwbare en nauwkeurige manier worden bepaald. Dat is niet zo eenvoudig, vooral omdat uit de studie van de Graaf blijkt dat de bestaande protocollen niet alleen arbeidsintensief zijn, maar dat de resultaten ook vaak afwijken van welzijnsbepalingen door experts. Het probleem daarbij is vooral het afwegen en samenvoegen van welzijnsindicatoren om tot één score te komen. Daarom ontwikkelde Sophie de Graaf een alternatieve welzijnsindex.

Die index is gebaseerd op enerzijds een inschatting door experts van hoe erg het welzijn van een koe is aangetast door de verschillende welzijnsaandoeningen, en anderzijds op het voorkomen van elk welzijnsprobleem in de kudde. De index combineert metingen van welzijnsproblemen die de grootste impact op het welzijn van melkvee hebben en de welzijnsbeoordelingen van experts op het gebied van het welzijn van melkvee. Bovendien is de index ook flexibel, waardoor metingen vervangen of toegevoegd kunnen worden.

De bezorgdheid bij consumenten over het welzijn van landbouwhuisdieren groeit, maar is niet noodzakelijk van hetzelfde niveau voor alle consumenten. Daar moet rekening mee worden gehouden bij de marketing van diervriendelijk geproduceerde producten. Om te zoeken naar mogelijke strategieën om consumenten tot een diervriendelijke productkeuze voor melk te begeleiden, werd een enquête gehouden onder 786 consumenten in Vlaanderen.

Vervolgens werd een segmentatie-analyse uitgevoerd op basis van de gerapporteerde intentie van consumenten om diervriendelijk geproduceerde melk aan te schaffen, en van hun evaluatie van de huidige staat van het welzijn van melkvee in Vlaanderen. Uit de enquête blijkt dat 32 procent van de ondervraagde consumenten een hoge intentie hebben tot het kopen van diervriendelijk geproduceerde melk, veel interesse hebben in informatie over het welzijn van melkvee en in verschillende koeienwelzijnskeurmerken, en een hoge bereidheid tonen tot het betalen van een meerprijs voor diervriendelijk geproduceerde melk.

Het tegenovergestelde bleek bij 28 procent van de ondervraagde consumenten: zij hadden geen interesse in diervriendelijk geproduceerde melk. Voor de meeste consumenten bleken toegang tot weidegang en de afwezigheid van ziekten de belangrijkste welzijnsindicatoren. Deze indicatoren zijn dus veelbelovend voor gebruik in toekomstige communicatie om diervriendelijke melk te promoten.

De resultaten van de enquête tonen een hoge mate van differentiatie bij Vlaamse consumenten met betrekking tot hun interesse in diervriendelijk geproduceerde melk. De invoering van een keurmerk op de Vlaamse markt zou dus gebaseerd moeten zijn op een systeem dat meerdere niveaus van dierenwelzijn aangeeft, bijvoorbeeld via sterren, aan verschillende prijsniveaus.

Via invoering van een keurmerk voor diervriendelijk geproduceerde melk, zou een veehouder zich bovendien kunnen onderscheiden. Een hoog niveau van dierenwelzijn kan zo leiden tot een variërende meerprijs die (deels) bij de veehouder terechtkomt. Die meerprijs kan dan compenseren voor inspanningen en/of investeringen van de veehouder. En dat is nodig, ook voor bedrijven met goede bedrijfsprestaties. Via een analyse naar de relatie tussen dierenwelzijn en bedrijfsprestaties zoals de voederkostefficiëntie bij 41 melkveehouders, kon de Graaf namelijk niet aantonen dat een hoger niveau van dierenwelzijn gepaard gaat met een kosten-efficiëntere bedrijfsvoering. 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek