Oudjes maken het mooie weer in Zuid-Europese landbouw

De hoge leeftijd van landbouwers is een probleem dat aandacht krijgt in de landbouwpublicatie van Eurostat. Drie op de tien boeren in Europa is 65 of ouder en meer dan de helft is 55 of ouder. Vooral op boerderijen die uitsluitend op familiale arbeid draaien, weet de oude garde van geen ophouden. Dat weerspiegelt zich in de landen waar de generatiewissel erg moeizaam verloopt: Portugal, Roemenië, Bulgarije, Italië, Litouwen, Griekenland, Cyprus en Spanje. Allemaal landen waar het (relatief) kleinschalige familiebedrijf dominant is in de landbouw.

Er is in gans Europa een groot gebrek aan jonge boeren. Het probleem stelt zich in het ene land nog scherper dan in het andere. Portugal moet zich het meeste zorgen maken over de toekomst van zijn landbouw in de wetenschap dat bijna de helft van alle boeren (46,5%) 65 jaar is of ouder.

Meer naar het zuiden van Europa lijkt de landbouwpopulatie ouder. Ook in de meeste nieuwe lidstaten zijn het vooral oude boeren die de boel doen draaien. Al zijn er uitzonderingen op die algemene trend want Polen en Tsjechië zijn twee van de drie lidstaten waar er meer dan tien procent jonge boeren (<35 jaar) zijn. Oostenrijk is het derde land met een tamelijk jonge landbouwbevolking.

In 2010 waren er in Europa nauwelijks (0,8%) landbouwers jonger dan 25 actief. Als degenen tot 35 jaar meegeteld worden als jonge boeren, dan stijgt hun aandeel in de landbouwpopulatie naar 7,5 procent.

Meer info: Eurostat