PCA bereidt aardappeltelers voor op post-CIPC-tijdperk

Nu de aardappeloogst volop aan de gang is, zet het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) nog eens de puntjes op de i over het gebruik van de kiemremmer chloorprofam, beter gekend onder de naam CIPC. “Voor het bewaarseizoen 2019-2020 is er geen enkele beperking op het gebruik van de populaire kiemremmer. Wie evenwel over een nieuwe loods beschikt waarin nog nooit CIPC gebruikt werd, doet er goed aan om dat dit jaar een alternatieve kiemremmer te zoeken”, klinkt het. De kiemremmer heeft de neiging om zich in beton en op transportbanden vast te zetten en een afdoend reinigingsprotocol is vooralsnog niet voorhanden.
17 oktober 2019  – Laatste update 4 april 2020 15:49

Nu de aardappeloogst volop aan de gang is, zet het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) nog eens de puntjes op de i over het gebruik van de kiemremmer chloorprofam, beter gekend onder de naam CIPC. “Voor het bewaarseizoen 2019-2020 is er geen enkele beperking op het gebruik van de populaire kiemremmer. Wie evenwel over een nieuwe loods beschikt waarin nog nooit CIPC gebruikt werd, doet er goed aan om dat dit jaar een alternatieve kiemremmer te zoeken”, klinkt het. De kiemremmer heeft de neiging om zich in beton en op transportbanden vast te zetten en een afdoend reinigingsprotocol is vooralsnog niet voorhanden.

Het verbod op chloorprofam is er gekomen na een rapport van de Europese Autoriteit voor de Voedselveiligheid (EFSA) waarin gesteld wordt dat het product toxischer is dan tot nu toe werd aangenomen. Alle generaties lang wordt deze kiemremmer gebruikt om de bewaring van aardappelen te verbeteren waardoor het verbod een grote impact heeft voor de aardappeltelers. In ons land is het gebruik van CIPC nog toegelaten tot 30 juni 2020. Maar niet alle lidstaten hanteren diezelfde einddatum. Frankrijk laat het gebruik ervan toe tot 8 augustus 2020 en Nederland tot 8 oktober 2020.

Gezien het nakende verbod is de aardappelwereld al wel een paar jaar op zoek naar alternatieven voor deze populaire kiemremmer. “Die alternatieven zijn er, maar er is nog weinig ervaring voor het gebruik ervan in de praktijk. Wat is die invloed van de aardappelvariëteit, van de rooiomstandigheden, enz.”, verduidelijkt Kurt Cornelissen van het PCA. Met financiële steun van Belgapom en Flanders’ Food deden PCA en Inagro al onderzoek naar alternatieve kiemremming. Vandaag zijn er vier actieve stoffen erkend voor kiemremming. Ook twee andere stoffen laten veelbelovende resultaten zien, maar die zijn op vandaag nog niet erkend in België.

De eerste stof is maleïnehydrazide, afgekort MH. Ze zit onder meer in producten die in het verleden vooral gebruikt worden om doorwas van de aardappelen in het veld te voorkomen, zoals Fazor of Itcan. Er zijn wel een aantal voorwaarden verbonden, willen landbouwers dat het product ook effect heeft op kiemremming. Zo moeten de aardappelen in goede conditie zijn wanneer MH wordt toegediend. Ook de temperatuur mag niet te hoog zijn en er mag binnen de 12 uur na behandeling van de aardappelen geen regen vallen. Bovendien kan de behandeling pas gebeuren wanneer de knollen voldoende groot zijn, aangezien het product ervoor zorgt dat kleine knollen niet verder kunnen uitgroeien. Het PCA wijst erop dat MH vandaag de enige oplossing is voor bewaring in loodsen waar verneveling van kiemremmer geen optie is.

Wanneer verneveling wel kan, is muntolie een optie. Muntolie is als kiemremmer ook erkend in het biologische lastenboek. Het kan zowel warm als koud verneveld worden. Omdat het kiemen verbrandt, wordt het bij voorkeur preventie ingezet of ten laatste wanneer de knollen wit gepunt zijn. In dat geval stopt het de synthese van groeihormonen en voorkomt het de vorming van nieuwe cellen. Nadeel is dat er bij gebruik een intense muntgeur vrijkomt. Smaakonderzoek bracht evenwel geen smaakafwijking aan het licht bij aardappelen na het koken.

Een ander alternatief dat verneveld moet worden, is 1,4-dimethylnaftaleen (1,4 DMN). Dit middel houdt aardappelen in kiemrust. Het moet toegediend worden van zodra de aardappelen droog en geheeld zijn. Het laatste vervangmiddel voor CIPC is ethyleen. Dat is een gas dat de celstrekking stopt. Nadeel is dat het enkel kan gebruikt worden in loodsen die luchtdicht zijn. Is dat niet het geval dan lekt het gas weg en kan de vereiste concentratie niet bereikt worden die nodig is om de celstrekking te stoppen. Bijkomend nadeel is de het product een negatieve invloed heeft op de bakkleur van bepaalde aardappelvariëteiten.

“Voor welk alternatief ook gekozen wordt, het mag duidelijk zijn dat kiemremming zonder chloorprofam duurder zal uitvallen. Hoeveel duurder dat is vandaag moeilijk te zeggen”, stelt het PCA. De meerkost zal onder meer afhangen van de gekozen kiemremstrategie en de kiemlust van de aardappelen. “Dat betekent dus ook dat de kosten voor de halflange en lange bewaring hoger zullen zijn”, klinkt het. Het PCA gaat er dan ook van uit dat dit meegenomen zal worden in de contractprijzen voor het bewaarseizoen 2019/2020.

Het gebruik van chloorprofam is in België nog toegelaten tot 30 juni 2020. Voor dit bewaarseizoen kan CIPC dus nog gebruikt worden. Het proefcentrum raadt aan dit enkel nog te doen in bestaande loodsen. “Wie een nieuwe loods heeft gebouwd, stapt beter meteen over op één van de alternatieve kiemremmers. CIPC hoopt zich immers op in beton en andere materialen in de loods en er is voorlopig nog geen reinigingsprotocol gevonden die ervoor zorgt dat het CIPC-residu volledig verdwijnt. Een eenvoudige reiniging (borstel, stofzuiger, hogedrukreiniger) volstaat niet”, klinkt het. In Europees verband wordt hiervoor nog naar een oplossing gezocht.

Voor aardappeltelers die van plan zijn om een nieuwe bewaarloods te bouwen, adviseert het PCA te kiezen voor een loods die opgedeeld kan worden in aparte cellen. In dat verband wijst het ook naar de mogelijkheden van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Investeringen in energiezuinige ventilatie en koeling van een aardapppelbewaarloods kunnen tot 30 procent gesubsidieerd worden en er ook twee nieuwe investeringen staan voortaan op de VLIF-lijst: automatische klimaatregeling en vernevelingsapparatuur om natuurlijke kiemremmers te verspreiden.

Hoewel het verbod op CIPC voor alle aardappeltelers voor grote veranderingen zal zorgen, zullen vooral aardappeltelers die aan thuisverkoop doen en niet over een bewaarloods beschikken, getroffen zijn. “Het gebruik van MH tijdens de veldfase kan hier een oplossing zijn voor korte of halflange bewaring. Ook de keuze voor een kiemrustig ras kan een halflange bewaring mogelijk maken. Maar wie echt het jaarrond thuisverkoop wil realiseren, moet misschien toch de bouw van een bewaarloods of frigoruimte overwegen. Een alternatief is mogelijk een bewaring in kisten bij een teler met een moderne bewaarloods”, klinkt het nog.

Meer informatie: Aardappelbewaring zonder CIPC

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek