Peeters wil bijsturing fiscaal regime sierteeltsector

Minister-president Kris Peeters is voorstander van het invoeren van het carry back en carry-forward-mechanisme in de sierteeltsector omdat het kan leiden tot een "rechtvaardiger belastingsysteem". Bovendien wil de landbouwminister ook een oplossing voor sierteeltproducten die verhandeld worden via tuinaannemers en onderhevig zijn aan een nadelig BTW-tarief. Dat bleek uit een overleg met de sierteeltsector en de groenvoorziening.

De sierteeltsector beleeft moeilijke jaren. Uit een recente peiling van de Sierteeltbarometer bleek dat 2013 nog een stuk slechter was voor de sector dan de twee voorgaande jaren, die ook al geen hoogvliegers waren. De sector drong daarom aan op overleg met Vlaams landbouwminister Kris Peeters en kreeg dat ook. Uit het antwoord van de minister-president op een vraag van Vlaams parlementslid Karlos Callens (Open vld) leren we wat de siertelers zoal op de maag ligt.

In de eerste plaats maakt de sector zich zorgen om het vrijwaren van de concurrentiekracht en de ontwikkelingskansen van de Vlaamse sierteeltbedrijven. Op het niveau van de bedrijfsvoering gaat het dan vooral om ruimte voor ondernemen, kapitaalverstrekking en de loonkostenproblematiek. In de eerste plaats vindt Peeters dat de invoering van de fiscale carry back en carry forward kunnen leiden tot een rechtvaardiger belastingsysteem.

Ook het verlagen van de BTW op de sierteeltproducten die verhandeld worden via tuinaannemers zou voor een betere concurrentiepositie kunnen zorgen, aldus de minister-president. Het ontbreekt de sierteeltsector niet alleen steeds vaker aan economische ruimte om te ondernemen, maar ook de fysieke ruimte om aan bedrijfsuitbreiding te doen blijkt een heikel punt. "Vaak omwille van het visuele aspect", weet Peeters. Glastuinbouwconcentratiegebieden en de nieuwe omgevingsvergunning, een samensmelting van de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning, kunnen soelaas brengen volgens Peeters.

Tot slot kaartten de siertelers ook nog het mestactieplan aan. Peeters benadrukte dat er met de opvolgingscommissie MAP, of kortweg OMAP, een forum bestaat waar bezorgdheden met vertegenwoordigers van de betrokken administraties en het middenveld kunnen besproken worden. De sector pleit verder voor een gelijk speelveld op het vlak van de erkenning van gewasbeschermingsmiddelen.

Met het Proefcentrum voor de Sierteelt (PCS) wil de minister-president alvast zijn duit in het zakje doen. Omdat de erkenning van een fytoproduct een dure aangelegenheid is en er door het wereldwijd beperkte sierteeltareaal voor weinig gewasbeschermingsmiddelen een erkenningsprocedure wordt opgestart, wordt er op het PCS jaarlijks bepaald welke middelen prioritair erkend moeten worden. Vooral voor de bestrijding van parasieten bij sierteeltgewassen biedt de werking van het proefcentrum een meerwaarde, aldus nog Peeters.