Pluimvee Limburg hekelt “agrarisch racisme”

De vereniging van Limburgse Pluimvee- en Konijnenhouders trekt in een open brief, die het Belang van Limburg publiceerde, fel van leer tegen twee opiniestukken die recent verschenen zijn over de schaalvergroting in de sector. De uitbreidingsplannen van enkele pluimveebedrijven in de provincie Limburg zorgt al een tijdje voor een verhitte discussie. Tot nu toe mengde de vakorganisatie zich bewust niet. “Maar beide stukken zijn gebaseerd op onwaarheden”, stelt de organisatie. Een reactie bleef niet uit.
7 november 2019  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:52
Lees meer over:
De vereniging van Limburgse Pluimvee- en Konijnenhouders trekt in een open brief, die het Belang van Limburg publiceerde, fel van leer tegen twee opiniestukken die recent verschenen zijn over de schaalvergroting in de sector. De uitbreidingsplannen van enkele pluimveebedrijven in de provincie Limburg zorgt al een tijdje voor een verhitte discussie. Tot nu toe mengde de vakorganisatie zich bewust niet. “Maar beide stukken zijn gebaseerd op onwaarheden”, stelt de organisatie. Een reactie bleef niet uit.
Jeanine Leduc, burgemeester van Wellen, schreef op 26 september een open brief aan de minister van Landbouw waarin ze de aandacht vestigt op de vele nadelen van de grote stallen met “plofkippen” zoals fijnstof, geurhinder, een mobiliteitsprobleem door het extra transport, verontreiniging. Deze nadelen hebben volgens haar zeer nadelige gevolgen voor de gezondheid en het leefmilieu.
 
Ook Els Robeyns en Ludwig Vandenhove, twee sp.a-parlementairen, riepen de minister van Landbouw op om werk te maken van een duidelijke Vlaamse én Europese wetgeving rond de megastallen omdat die “traditionele boeren uit de markt zetten”.
 
In een reactie stelt Jaak Reyners, voorzitter van belangenorganisatie Pluimvee Limburg, dat de plof/bof-kip zijn naam ongetwijfeld te danken heeft aan de hoge groeicapaciteiten die de genetica van het kuiken met zich meebrengt. “Is men er zich echter wel van bewust dat deze kuikens vandaag de meest duurzame vorm van vleesproductie meebrengen met de laagste CO2-footprint en dus op ecologisch vlak de hoogste efficiëntie garanderen voor de productie van dierlijke eiwitten?”
 
Hij vraagt zich af waarop Jeannine Leduc zich baseert als ze standpunten inneemt omtrent veelvuldig antibioticagebruik, massaal fijnstof, geurhinder, vervuilde mest en water, lawaaihinder door kakelende kippen en vervuilende vrachtwagens. “Iedereen is vrij om een mening te hebben maar hier worden bepaalde limieten bereikt en zelfs overschreden”, aldus Reyners.
 
“Het houden van dieren en het daarbij horende systeem zijn nu eenmaal niet los te koppelen van transport, periodieke geur- en geluidshinder en met momenten misschien overlast. Als we echter objectief kijken naar de praktische en financiële inspanningen die onze sector de laatste decennia heeft geleverd - op vlak van bedrijfshygiëne, verbeterde technieken voor ventilatie en emissieverlaging, energiebesparingen, verstrengde mestnormen - dan verdient deze sector de spreekwoordelijke pluim”, zegt hij.
 
Al deze maatregelen dragen volgens Reyners dagelijks bij tot een verlaagd antibioticumgebruik, een verlaagde uitstoot van ammoniak en fijnstof en een bewuster gebruik van pluimveemest. Uit studies blijkt ook dat de moderne vrachtwagens minder vervuilend zijn dan bepaalde oude auto's of bromfietsen.
 
“Schaalvergroting is ook in onze sector van levensbelang”, zegt Reyners. “In beide opiniestukken wordt verwezen naar megabedrijven. Binnen onze sector is er ruimte voor alle types van productie: van lokale, kleinschalige en biologische bedrijven tot grotere, ontwikkelde bedrijven die hard inzetten op efficiëntie, kostenbesparing en rendement. Zijn dat dan megabedrijven? Als vakorganisatie willen wij benadrukken dat het, van welke grootte en omvang dan ook, telkens gaat om familiale bedrijven die ervoor kiezen om op een zelfstandige basis en met veel ondernemerschap een toekomst uit te bouwen voor hun bedrijf, ieder op zijn eigen manier. Dit binnen het wettelijke kader op vlak van dierenwelzijn en binnen de VLAREM-reglementering op vlak van afstandsregels, ammoniakemissie, geur- en stofproductie.”
 
“Met agrarisch racisme is niemand gediend”, sluit Reyners af. “Laten we het debat alstublieft sereen houden en mensen die in de landbouwzone zitten, de kans geven hun werk te doen. Zij willen geen mensenlevens verwoesten. Neen, hun opdracht is heel simpel: veilig voedsel produceren voor de consument. En dat nog altijd aan bijzonder vriendelijke prijzen.”

Bron: HBvL / Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek