Poperinge wil geen mannelijke hopplanten

Nu en dan worden in Poperinge of omgeving - waar veel hopteelt gebeurt - mannelijke hopplanten ontdekt. Nochtans is het verboden om mannelijke hop te kweken in gebieden waar landbouwers hop telen. Wanneer een mannelijke hopplant een vrouwelijke hopplant bevrucht, ontstaat later een bevruchte hopbel waarin lupuline zit. Lupuline bevat vetten en vetzuren, die een erg nadelige invloed op het schuim van het bier hebben. “We roepen onze inwoners op om geen mannelijke hop te kweken, omdat deze nadelig kunnen zijn voor de kwaliteit van bier”, klinkt het bij de stad Poperinge.

Eén van de belangrijkste grondstoffen bij de productie van bier is hop. Hop heeft een invloed op de bitterheid, het aroma, de smaak en de bewaring van bier. In België wordt al eeuwenlang hop geteeld, nu concentreert de hopteelt zich vooral rond het West-Vlaamse Poperinge. In Wallonië zie je de hopplanten vooral rond Waasten, Maltonne en Vodelée. Op dit moment wordt er op 181 hectare hop verbouwd door een 23-tal hoptelers, waarvan 155 ha door 18 hoptelers uit de Poperingse regio.

En het is in Poperinge waar het schoentje knelt. Er worden daar namelijk vaak mannelijke hopplanten ontdekt. Om bier te brouwen, gebruiken de brouwers echter alleen onbevruchte hopbellen van vrouwelijke planten. Wanneer er mannelijke planten in de omgeving staan en de vrouwelijke planten bevrucht raken, ontstaat er een bevrucht hopbel waar lupuline in zit. Die lupuline bevat andere vetten en vetzuren dan een onbevruchte, en dat heeft een zeer nadelige invloed op de schuimvorming van het bier. De stad Poperinge roept dan ook op om geen mannelijke hopplanten te kweken.

In België bestaat er zelfs een wet uit 1971 die binnen een straal van 20 kilometer rond een hopplantage de mannelijke hopplant verbiedt. De mannelijke plant kan je herkennen aan de hangende bloei met 'pluimen', die rond juli tot september te zien zijn. De vrouwelijke plant heeft een kort gesteelde, kegelvormige bloei.