Praktijkonderzoek maakt telers alsmaar beter in IPM

Sedert 1 januari 2014 voeren boeren en tuinders geen routinebespuitingen meer uit tegen ziekten, plagen en onkruiden maar doen ze aan ‘geïntegreerde gewasbescherming’ (IPM). Dat komt neer op het voortdurend observeren van gewassen, het tijdig herkennen van ziekten en plagen en met kennis van zaken beslissen of een chemische behandeling noodzakelijk is om het opbrengstverlies onder de economische schadedrempel te houden. In een themabijdrage zoomen we in op IPM in het algemeen en natuurlijke plaagbestrijding in het bijzonder. Als opwarmertje maken we kennis met landbouwonderzoek dat nieuwe inzichten verschaft in geïntegreerde gewasbescherming.
24 september 2018  – Laatste update 4 april 2020 15:43
Lees meer over:

Sedert 1 januari 2014 voeren boeren en tuinders geen routinebespuitingen meer uit tegen ziekten, plagen en onkruiden maar doen ze aan ‘geïntegreerde gewasbescherming’ (IPM). Dat komt neer op het voortdurend observeren van gewassen, het tijdig herkennen van ziekten en plagen en met kennis van zaken beslissen of een chemische behandeling noodzakelijk is om het opbrengstverlies onder de economische schadedrempel te houden. In een themabijdrage zoomen we in op IPM in het algemeen en natuurlijke plaagbestrijding in het bijzonder. Als opwarmertje maken we kennis met landbouwonderzoek dat nieuwe inzichten verschaft in geïntegreerde gewasbescherming.

Een EU-richtlijn die handelt over duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verplicht elke land- en tuinbouwer sedert 2014 om de principes van Integrated Pest Management (IPM) toe te passen. Door biologische, mechanische en chemische bestrijdingsmethodes te combineren, verkleint de milieu-impact van gewasbeschermingsmiddelen en worden kostbare grondstoffen zoals landbouwgrond en water optimaal benut. De gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen passen reeds vier jaar de principes van IPM toe. Ze scholen zich daarover bij in het kader van de verplichte opleidingen voor het behoud van hun fytolicentie. Dat is een kenniscertificaat waarover landbouwers moeten beschikken om nog toegang te krijgen tot gewasbeschermingsmiddelen.

Kennisverwerving en -deling over (alternatieve vormen van) gewasbescherming hebben aan belang gewonnen door de invoering van IPM. Onder meer bij het Vlaams landbouwonderzoeksinstituut ILVO is men bezig met het finetunen van de bestaande landbouwpraktijken in het licht van IPM. Binnen het Melobio-project zoekt ILVO samen met het Proefcentrum voor de Groenteteelt naar innovatieve teelttechnieken die kunnen helpen om wortelknobbelnematoden te beheersen in de biologische glastuinbouw. Concreet wordt bijvoorbeeld nagegaan of er onderstammen van tomaat, paprika en komkommer zijn met voldoende resistentie tegen de nematoden. Testen gebeuren er ook met korte tussenteelten die de schadelijke populatie mogelijk kunnen onderdrukken.

Een soortgelijk probleem met nematoden doet zich ook voor bij de teelt van openluchtgroenten en akkerbouwgewassen, meer bepaald met de wortellesienematode en de wortelknobbelnematode Meloidogyne chitwoodi. Ook voor telers van bijvoorbeeld suikerbieten en kolen is ILVO op zoek naar een IPM-gebaseerde beheersing van schadelijke nematodenpopulaties. “Van de courant gebruikte groenbedekkers en hun mengsels kijken we naar de effectiviteit in de onderdrukking van nematodenpopulaties”, licht ILVO toe. Als ultiem redmiddel op een sterk besmet perceel kon vroeger gekozen worden voor een bodemontsmetting, maar de meeste actieve stoffen verloren hun markttoelating. Het telen van groenbedekkers kan je zien als een biologische vorm van bodemontsmetting.

Meer weten over geïntegreerde gewasbescherming? Lees de nieuwe themabijdrage van VILT.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek