Productiewaarde varkens en zuivel gekelderd in 2015
Dat 2015 een jaar wordt om snel te vergeten voor de varkens- en melkveehouderij wordt nu ook bevestigd door de voorlopige schattingen van de landbouweconomische rekeningen die de federale overheidsdienst Economie maakte. De daling van het jaarlijkse prijsgemiddelde in de varkenssector wordt geschat op 12 procent, voor de melkveesector is dat 20 procent. Voor de hele landbouwsector werd na een uitgesproken daling van de netto toegevoegde waarde in 2014 (-14 pct), dit jaar een herstel opgetekend (+ 11,7 pct). Dat is het gevolg van een daling van de kost van de productiemiddelen, zegt de FOD Economie. Toch blijft de waarde van de landbouwsector in 2015 (1,46 miljard euro) aanzienlijk onder het gemiddelde van de laatste vijf jaar (1,57 miljard).
Ondanks een herstel blijft de netto toegevoegde waarde van de landbouwsector dit jaar met 1,46 miljard euro aanzienlijk onder het gemiddelde van de laatste vijf jaar (1,57 miljard). Het herstel maskeert bovendien ook grote verschillen tussen de sectoren. Dat blijkt uit een voorlopige schatting van de FOD Economie. Terwijl de plantaardige productie er goed uitkomt (+10% in productiewaarde) krijgt de dierlijke productie klappen (-7%). Vooral de varkenssector en de zuivelsector lijden onder de prijsdalingen, zo blijkt. Algemeen genomen is de waarde van de totale productie identiek aan die van vorig jaar. De stijging van de toegevoegde waarde wordt verklaard door de daling van de kost van de productiemiddelen (-2,6%).
De daling van het jaarlijkse prijsgemiddelde in de varkenssector wordt geschat op 12 procent, een daling die de lichte stijging (+2 pct) in het productievolume niet weet te compenseren”, zo klinkt het. Daardoor daalt de productiewaarde met 9 procent, het slechtste jaar sinds 2010. Hetzelfde fenomeen doet zich voor in de zuivelsector, waar de productie toeneemt (+6%), maar waar de prijzen kelderen (-20%). Het resultaat is een productiewaarde die 15 procent lager ligt dan in 2014, ondanks de uitzonderlijk toegestane hulp aan de producenten via een lichte stijging van de consumptieprijzen. Ook de gemiddelde prijzen in de rundveesector daalden, namelijk met min tien procent. Die daling wordt deels gecompenseerd door een stijging in het productievolume (+5%), maar is onvoldoende om een verlies van min vijf procent in productiewaarde in de rundveesector te counteren.
Bij de plantaardige productie zien granen (+10%) een herstel na een bijzonder slecht 2014. Zowel de prijzen als de productievolumes gingen er licht op vooruit. Dat is nog meer het geval voor aardappelen, die in 2014 een terugval van -36 procent kenden. Dit jaar dalen de productievolumes, maar zijn de prijzen merkelijk verbeterd. De productiewaarde van aardappelen zou dus met 42 procent moeten stijgen. Dat bevestigt de zeer grote variabiliteit van de productiewaarde van aardappelen van het ene jaar op het andere. Ook fruit gaat erop vooruit (+10%) doordat de prijzen na een duik in 2014 terug normaliseerden.
Meer info: FOD Economie
