Rechter geeft slachthuis Adriaens voor een stuk gelijk

Delhaize mag zijn vleesleveranciers (die ook andere klanten hebben, nvdr.) niet verbieden om samen te werken met het slachthuis Adriaens, dat deel uitmaakt van de Groep Verbist, die in maart 2018 in opspraak kwam door voedselfraude bij het slachthuis Veviba in Bastenaken. Zo oordeelt de rechtbank van Koophandel te Gent. Volgens Delhaize zelf is er nooit een algemeen verbod geweest voor leveranciers om samen te werken met Adriaens. "We willen enkel dat er geen producten van Verbist meer in onze rekken liggen”, zegt de woordvoerder.
9 augustus 2018  – Laatste update 14 september 2020 14:46

Delhaize mag zijn vleesleveranciers (die ook andere klanten hebben, nvdr.) niet verbieden om samen te werken met het slachthuis Adriaens, dat deel uitmaakt van de Groep Verbist, die in maart 2018 in opspraak kwam door voedselfraude bij het slachthuis Veviba in Bastenaken. Zo oordeelt de rechtbank van Koophandel te Gent. Volgens Delhaize zelf is er nooit een algemeen verbod geweest voor leveranciers om samen te werken met Adriaens. "We willen enkel dat er geen producten van Verbist meer in onze rekken liggen”, zegt de woordvoerder.

Na het schandaal bij Veviba (Verbist Viande Bastogne), besliste Delhaize om de samenwerking stop te zetten met alle slachthuizen van de Groep Verbist. Volgens Adriaens verbood de retailer zijn leveranciers om nog samen te werken met hen. De rechter in Gent oordeelt dat het gaat om oneerlijke handelspraktijken. Delhaize moet op straffe van een dwangsom aan zijn leveranciers laten weten dat ze wel vlees van de Groep Verbist mogen afnemen als dat niet bestemd is voor Delhaize.

Volgens Delhaize is er echter sprake van een misinterpretatie en is aan de leveranciers enkel gevraagd om geen vlees van Adriaens meer te leveren aan zelfstandige Delhaizewinkels. Er zou dus geen sprake zijn van een algemeen verbod om samen te werken met Adriaens. Leveranciers zouden wel nog vlees mogen afnemen van Adriaens wanneer dat voor andere klanten bestemd is. Delhaize was het om de bescherming van de eigen reputatie te doen.

"Waarschijnlijk is er in de communicatie een misinterpretatie geslopen", zegt woordvoerder Roel Dekelver van Delhaize. "We willen enkel dat er geen producten van Verbist meer in onze rekken liggen, we hebben nooit gevraagd dat onze leveranciers geen vlees meer afnemen van Adriaens dat bestemd is voor andere klanten." Volgens Dekelver gaat de retailer nu communiceren naar de leveranciers om dat te verduidelijken, "maar de boycot is volgens de rechter terecht en blijft gehandhaafd".

Pascal De Clerck, CEO van Adriaens, ziet dat anders. Volgens hem mag Delhaize niet langer vlees van leveranciers weigeren dat geslacht is bij Adriaens, wat volgens Delhaize wél nog kan. "Delhaize moet opnieuw vlees toelaten dat bij ons verwerkt of geslacht is", zegt hij. "Zij hebben tegen hun leveranciers gezegd dat ze niet meer mochten samenwerken met Adriaens. Die leveranciers zijn moeten uitwijken naar andere slachthuizen om te kunnen blijven leveren aan Delhaize, maar zij kunnen nu terugkeren naar ons."

In het vonnis heeft de rechter het over vleesproducten die niet bestemd zijn voor Delhaize. De retailer is verplicht om aan zijn "leveranciers mee te delen dat het algemeen verbod dat zij op 9 maart instelde betreffende het verwerken van vlees of afgeleiden afkomstig van Adriaens NV is opgeheven, meer bepaald dat door hen (vlees)producten mogen worden afgenomen die afkomstig zijn van Adriaens en die niet bestemd zijn voor Delhaize", staat te lezen in het vonnis. Andere eisen van het slachthuis, zoals de publicatie van het vonnis in alle grote kranten, worden door de rechter niet ingewilligd.

Bron: Belga / eigen verslaggeving

Beeld: deredactie.be

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek