"Rendabel om soja te vervangen in melkveerantsoen"

Het gebruik van soja in veevoeder is al vaker een punt van kritiek geweest op de intensieve veeteelt in ons land. Daarom gingen Inagro, ILVO en CRA-W samen met een aantal Franse partners op zoek naar alternatieven voor het gebruik van sojaschroot in veevoeding. Via een Interreg-project werden vijf oplossingen naar voor geschoven om het gebruik van sojaschroot te verminderen zonder negatieve gevolgen voor de productie of het rendement van een melkveebedrijf.
15 april 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:54

Het gebruik van soja in veevoeder is al vaker een punt van kritiek geweest op de intensieve veeteelt in ons land. Daarom gingen Inagro, ILVO en CRA-W samen met een aantal Franse partners op zoek naar alternatieven voor het gebruik van sojaschroot in veevoeding. Via een Interreg-project werden vijf oplossingen naar voor geschoven om het gebruik van sojaschroot te verminderen zonder negatieve gevolgen voor de productie of het rendement van een melkveebedrijf.

Met een eiwitgehalte van 45 procent heeft sojaschroot zijn gelijke niet als eiwitbron in diervoeder. Maar doordat de sojateelt bijdraagt aan de ontbossing van het Amazonewoud staat het gebruik ervan als veevoeder voor de Belgische veestapel al langer onder druk. Daarom is de import van soja voor veevoeder in ons land al met meer dan 30 procent gedaald. Daarnaast worden er – onder meer door de Belgian Feed Association – een aantal initiatieven genomen om de afhankelijkheid van deze overzeese eiwitbron te verminderen.

De projectpartners hebben in het kader van het Interreg-project PROTECOW een aantal alternatieven voor sojaschroot getest. De simulaties die werden gemaakt, zijn gebaseerd op praktijktests en berekeningen. In functie van de beschikbare middelen en de verwachtingen van de melkveehouders in het grensgebied van België en Frankrijk werden vijf oplossingen weerhouden. In sommige gevallen kan sojaschroot bijna volledig uit het dieet van de melkkoeien geschrapt worden, zonder negatieve gevolgen. In sommige gevallen is de rendabiliteit van de bedrijven zelfs verbeterd dankzij het gebruik van de voorgestelde alternatieven.

De regio die bij het onderzoek betrokken werd, bevat zowel Vlaamse, Waalse als Franse melkveebedrijven. De diversiteit tussen de bedrijven is groot. Daarom werden de bedrijven onderverdeeld in drie types. Een eerste type bestaat uit bedrijven met weinig oppervlakte voor ruwvoederteelten en een hoge krachtvoederkost als gevolg. Zij kunnen sojaschroot vervangen door koolzaadschroot. Als tweede type werden bedrijven met een rantsoen hoofdzakelijk op basis van maïskuil aangeduid. Hier kunnen tussenteelten met Italiaans raaigras ingezaaid worden om het aandeel gras in het teeltplan te verhogen.

Het derde type bedrijf, meteen ook het meest voorkomende type, heeft een rantsoen op basis van maïs en gras, inclusief grasland. Voor dit type schuift Inagro drie oplossingen naar voor. Zo kan de kwaliteit van het ingekuilde gras verbeterd worden of kunnen bedrijfseigen getoaste veldbonen gebruikt worden. Tot slot is er ook de mogelijkheid om over te schakelen naar biologische landbouw met behoud van een hoge melkproductie.

Voor elk van deze vijf oplossingen werd een vergelijking gemaakt van technische en economische resultaten, gevolgd door een analyse van de impact op het teeltplan en de invloed van het voederrantsoen op de melkkoeien. Tot slot wordt ook het financiële plaatje opgemaakt van de soja-arme oplossing die wordt voorgesteld. “Via ons onderzoek hopen we melkveehouders vooruit te helpen bij de verbetering van de voederefficiëntie op hun melkveebedrijf”, zegt Leen Vandaele, onderzoeker rundveevoeding bij ILVO, één van de projectpartners.

Er werden handige fiches opgemaakt voor elk van de oplossingen en er werden ook animatievideo’s gemaakt om de informatie heel laagdrempelig ter beschikking te stellen van de melkveehouders. “Sojaschroot kan vervangen worden door bedrijfseigen en streekgebonden eiwitbronnen. De alternatieven hebben betrekking op het beschikbare ruwvoeder van het melkveebedrijf of op het type krachtvoeder”, aldus Eddy Decaesteker, adviseur melkveehouderij bij Inagro. “We laten melkveehouders kennismaken met nieuwe teelten of een andere bedrijfsvoering. Finaal kiest de melkveehouder zelf welke oplossing het best bij zijn bedrijf past.”

Beeld: Cofabel

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek