Roedel wolven kan everzwijnenpopulatie te lijf gaan

Wolvin Noëlla is bevallen, maakte minister Zuhal Demir (N-VA) vorig weekend bekend. Dat wil zeggen dat er deze winter een roedel van een zestal wolven, of meer, zal rondlopen in de bossen van Limburg. Volgens Jan Loos van Welkom Wolf moeten we ze een kans geven. “Geef ze nog 2 jaar, maar een roedel kan de populatie everzwijnen serieus inperken”, zegt hij. Schapenhouders in de regio voorzien wel best afrastering met stroomdraad.

Voor de eerste keer in 2 jaar, sinds de wolf opnieuw zijn intrede deed in België, is er sprake van een roedel. Nu Noëlla bevallen is, het aantal welpen per nest varieert van 2 tot 9, kunnen er in het beste geval 11 wolven rondlopen in Limburg. Maar omdat het sterftecijfer onder welpen vrij hoog ligt, mogen we er volgens Loos vanuit gaan dat er toch zeker 6 wolven zullen zijn, inclusief Noëlla en August.

 

De eerste 4 weken krijgen de welpjes enkel moedermelk. Daarna starten ze met ‘vast’ voedsel, meestal uitgebraakt vlees van vader August. Noëlla blijft in die periode bij haar welpen om ze te beschermen tegen roofdieren zoals marters en everzwijnen. In de maanden die erop volgen gaan de jongen op verkenning en volgen ze hun ouders, die gaan jagen, vanop afstand. "Ze spreken dan op vaste plekken buiten het nest af”, vertelt Jan Loos aan Het Laatste Nieuws. “Heel bijzonder: August en Noëlla gaan jagen, en na een tijd komt het ganse gezin samen op de 'afgesproken' plaats. Dat zijn vaste locaties in de omgeving. Pas als de welpen acht maanden oud zijn, gaan ze effectief mee op jacht."

 

Dan is het december en starten we de winter met een roedel wolven die gaat jagen in de bossen van Noord-Limburg. Maar het zijn dan vooral de ouders die jagen, jongen lopen vooral in de weg en snappen het tactische spelletje om een everzwijn te omsingelen nog niet goed.

 

Moeten de Limburgse veehouders schrik hebben? "Als 90 procent van de schapenboeren in de regio hun afrastering met stroomdraad in orde heeft gemaakt, is er geen enkel probleem”, stelt Loos gerust. “De wolven gaan een schaap na een tijd linken aan pijnscheuten, en dan leren ze dat snel af. Welpen doen trouwens hun ouders na."

 

Uit onderzoek van de uitwerpselen van August, Naya en Noëlla blijkt dat 75 procent van hun voeding bestaat uit ree, 25 procent uit everzwijn. In Duitsland is dat anders, daar jagen roedels voor 80 procent op everzwijnen. “Dat kan hier ook”, stelt Loos. “Maar dat moet nog groeien. Eén wolf of een koppel gaat minder snel een everzwijn te lijf, want dat beest is gigantisch sterk, maar niét opgewassen tegen een roedel. Op die manier zouden we een verschuiving zien van hun eetpatroon en valt de everzwijnenpopulatie terug."

 

Door de aanwezigheid van wolven ervaren everzwijnen bovendien veel stress. Daardoor gaan ze minder eten en minder paren. “Alleen zo al schroef je de populatie terug”, aldus Loos. “Tel daar de prooien bij en je zit aan een pak minder zwijnen, zonder één kogelschot. Een roedel eet gemiddeld 600 grote prooien op jaarbasis.”

 

Na 11 maanden zijn de welpen volwassen en gaat een deel van hen hun eigen weg. Volgens Loos kunnen ze in dezelfde provincie blijven, of richting de Kempen verhuizen. De anderen blijven bij de roedel en voeden het nieuwe nest op dat volgend jaar in april verwacht wordt.

 

De Nederlandse Zoogdiervereniging verspreidde op Twitter beelden van een wolf die tegengehouden wordt door elektrische afrastering rond een kudde schapen.