"Ruimtelijk beleid vraagt om én-én-verhaal"

Volgens Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck kan de ruimtelijke versnippering in Vlaanderen niet opgelost worden met één aanpak. In plaats daarvan heeft het gewest een ambitieus meersporenbeleid nodig met meer samenwerking tussen verschillende overheden en beleidsdomeinen. Hij gelooft nog steeds in de visie zoals die beschreven staat in het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). “Maar dat BRV riskeert niet te slagen zolang tegenovergestelde ontwikkelingen mogelijk blijven”, schrijft hij in De Standaard.
4 januari 2018  – Laatste update 14 september 2020 14:43
Lees meer over:

Volgens Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck kan de ruimtelijke versnippering in Vlaanderen niet opgelost worden met één aanpak. In plaats daarvan heeft het gewest een ambitieus meersporenbeleid nodig met meer samenwerking tussen verschillende overheden en beleidsdomeinen. Hij gelooft nog steeds in de visie zoals die beschreven staat in het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). “Maar dat BRV riskeert niet te slagen zolang tegenovergestelde ontwikkelingen mogelijk blijven”, schrijft hij in De Standaard.

Van Broeck verwijst daarmee naar het feit dat nog steeds woonparken en verkavelingen met lage dichtheden vergund worden, en dat er geen kwalitatieve alternatieven worden aangeboden. “Hierdoor kunnen burgers bijna niet anders dan kiezen voor een goedkope woning in het buitengebied”, klinkt het. In plaats van te blijven spreken in termen van individuele woningbouw en particulier woningbezit, heeft Vlaanderen volgens hem nood aan een echt en nieuw woningbouwbeleid “waarin instrumenten en subsidies gaan naar mensen en plekken die ze nodig hebben en naar ruimtelijke ontwikkelingen die we willen stimuleren”. 

De huidige individuele bouwpremies, woonbonus, premies voor renovatie en groene energie noemt hij contraproductief. “Ze maken woningen duurder en subsidiëren ruimtelijke versnippering.” Tegelijk is er een gebrek aan goede voorbeelden van wat kwalitatieve geschakelde en gestapelde woningbouw of verdichting kan betekenen. “Nieuwe kwalitatieve vormen van groepswoningbouw, met een goede mix van appartementen en rijwoningen met tuin, zullen door de overheid en de markt samen moeten worden aangestuurd.” Budget daarvoor vindt hij door de middelen van de woonbonus (toch contraproductief) en de sociale woningbouw samen te voegen.

Tot slot pleit hij voor een depolitisering van het debat. “Het ruimtelijke beleid moet Vlaams, geel, groen, rood én blauw tegelijk leren zijn. Als we één stelling van Einstein moeten onthouden, dan is het wel dat we problemen nooit kunnen oplossen met de denkwijze waarmee we ze gecreëerd hebben.”

Van Broeck reageerde op eerdere opiniestukken in de krant, van hoogleraar bestuurskunde van UGent, Filip De Rycnk en schepen van ruimtelijke ordening in Heuvelland, Wieland De Meyeris. De Rynck pleitte daarin voor grotere gemeenten met een grotere territoriale focus en meer bestuurskracht. De Meyeris reageerde hierop dat fusies geen goed idee zijn en pleitte in de plaats voor een eerlijkere verdeling van middelen tussen steden en gemeenten, zodat ook landelijke gemeenten een dynamisch beleid kunnen voeren. Van Broeck geeft beide voor een stuk gelijk (en ongelijk), maar benadrukt vooral dat een goed ruimtelijk beleid een én-én verhaal moet zijn.

Meer info: lees het opiniestuk van Leo Van Broeck (alleen voor abonnees)

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek