SALV: “Korte keten heeft nood aan coherent beleid”

De recente aandacht voor de korte keten was de aanleiding voor de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij (SALV) om enkele visies en aanbevelingen te formuleren. “Voor ons vertrekt de korte keten vanuit de land- of tuinbouwer zelf”, klinkt het bij de SALV. Volgens de SALV betekent dat niet alleen dat de korte keten kan bijdragen aan de veerkracht en financiële draagkracht van een land- of tuinbouwbedrijf, maar ook aan de voedselgeletterdheid van de consument, net door die rechtstreekse band tussen producent en consument.
21 juli 2020  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:55

De recente aandacht voor de korte keten was de aanleiding voor de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij (SALV) om enkele visies en aanbevelingen te formuleren. “Voor ons vertrekt de korte keten vanuit de land- of tuinbouwer zelf”, klinkt het bij de SALV. Volgens de SALV betekent dat niet alleen dat de korte keten kan bijdragen aan de veerkracht en financiële draagkracht van een land- of tuinbouwbedrijf, maar ook aan de voedselgeletterdheid van de consument, net door die rechtstreekse band tussen producent en consument.

De verhoogde aandacht tijdens de Covid-19-crisis voor land- en tuinbouwers, die aan rechtstreekse verkoop doen, creëert een momentum rond de korte keten. De Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij (SALV) grijpt dat momentum aan om enkele beleidsaanbevelingen, vanuit het perspectief van de land- en tuinbouwer, rond de korte keten te formuleren.

“De korte keten bestaat in vele vormen”, zegt Koen Carels, secretaris van de SALV. “Toch is er één gemeenschappelijk kenmerk tussen al die vormen. De boer kan grotendeels zijn prijs zelf bepalen en een groter deel van de marge naar het eigen bedrijf halen.” Dat zorgt voor kansen voor de korte keten, de SALV ziet er twee: de financiële draagkracht van het bedrijf vergroten én de voedselgeletterdheid van de consument bevorderen.

Maar het model kent volgens de SALV ook zijn grenzen en kwetsbaarheden. “De korte keten kent nog groeipotentieel, maar heeft tegelijk binnen een bepaalde geografische afbakening zijn limieten”, klinkt het. “De beperkte hoeveelheid potentiële klanten met het beoogde consumentenprofiel zorgt ervoor dat er slechts ruimte is voor een beperkt aantal korteketenbedrijven met gelijkaardige concepten.” Daarnaast erkent de SALV ook dat de korte keten niet voor elke land- en tuinbouwer is weggelegd. “Ondernemersprofiel en bedrijfssituatie, productie en product stellen ook grenzen aan de korte keten.”

Ook de bestaande regelgeving en incoherenties binnen die regelgeving werpen grenzen en kwetsbaarheden aan korteketenproductie op. “De korte keten heeft nood aan een coherent beleid dat afgestemd is tussen alle overheidsniveaus en beleidsdomeinen”, aldus het advies van de SALV. “Een duidelijk platform moet het overleg binnen de korte keten beter faciliteren. Verder vraagt de we een meer en diepgaander onderwijs- en adviesaanbod en wijzen we op de nood aan sectorbrede en bedrijfseconomische gegevens over de korte keten.”

Nog in het advies: innovaties die kansrijk zijn voor de korte keten moeten gestimuleerd worden. Daarbij denkt de raad onder meer aan initiatieven die korteketenprincipes in een Business-to-Business-context (B2B) weten toe te passen, al is daarvoor een goede afstemming met bestaande producentenorganisaties nodig.

 “De tegenhanger van de korteketenboer voor de visserij is de kustvisser”, duidt Koen Carels. “De SALV vraagt om ook de opportuniteiten voor korte keten binnen de professionele kustvisserij te stimuleren.”

Het advies over de korte keten werd onder andere voorgelegd aan Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits en Bart Dochy, voorzitter van de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid van het Vlaams Parlement.

Beeld: VLAM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek