“Slimme boeren planten bomen”

Het magazine MO* bijt zich vast in de klimaatomslag. In een nieuwe reportage onderzoeken ze hoe boslandbouw in het klimaatplaatje past. “Bomen planten rond velden en weiden is het meest eenvoudige en belangrijke dat je kunt doen om CO2 op te slaan in de bodem zonder inkomensverlies”, aldus Patrick Worms, beleidsadviseur bij het World Agroforestry Centre (ICRAF). “Het Europese landbouwbeleid moet daar op inzetten.”
10 maart 2020  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:53

Het magazine MO* bijt zich vast in de klimaatomslag. In een nieuwe reportage onderzoeken ze hoe boslandbouw in het klimaatplaatje past. “Bomen planten rond velden en weiden is het meest eenvoudige en belangrijke dat je kunt doen om CO2 op te slaan in de bodem zonder inkomensverlies”, aldus Patrick Worms, beleidsadviseur bij het World Agroforestry Centre (ICRAF). “Het Europese landbouwbeleid moet daar op inzetten.”

Agroforestry of boslandbouw is het oudste landbouwsysteem ter wereld. De combinatie van bomen, houtgewassen, voedingsgewassen en dieren is eeuwenlang vanzelfsprekend geweest. “Pas na de Tweede Wereldoorlog zijn we bomen beginnen omhakken met het oog op mechanisatie en meer productie”, weet Patrick Worms, beleidsadviseur bij het World Agroforestry Centre (ICRAF). “Binnen zoveel jaar kijken we op deze periode terug en zeggen we: we zijn heel even heel stom geweest.”

Volgens Patrick Worms gaat boslandbouw niet over ideologie, maar over slim boeren. “Twintig procent van je grond reserveren voor bomen, levert je op termijn twintig tot veertig procent extra opbrengst op”, klinkt het. “Bovendien verbeter je je bodem, draag je bij aan natuurherstel en bespaar je op allerlei producten die je niet meer nodig hebt.” En de nadelen? “Weinig. Of toch: één. Er zit geen geld in. Er bestaat geen zakenmodel voor boslandbouw. Integendeel. Boslandbouw maakt een boer onafhankelijk.”

Carl Adriansens, een landbouwer uit De Haan, kiest voor die onafhankelijkheid. Het jaar 2010 draaide voor hem uit op een financieel en mentaal drama. “De sector wierp een hulplijn uit: we kregen voorschotten, in ruil voor verdere schaalvergroting”, reageert hij. “Het gekende riedeltje. Het betekende opnieuw een investering van een half miljoen.” Hij besloot om samen met zijn vrouw het roer om te gooien.
“Eerst vervingen we de vleesvarkens, van zoveel mogelijk beesten op zo weinig mogelijk plaats naar het vetste varken van Europa, het mangalicavarken”, legt Carl Adriansen uit. “Dat laten we buiten in de weide wroeten en draven om, als de tijd er rijp voor is, het vlees lokaal en in onze eigen winkel te verkopen. Daarna plantten we bomen en houtgewassen.”

Op het erf van Carl vind je verschillende bomen terug: notelaren, kerselaren, hazelaars. “Als windbuffer, om schaduw en voedsel te bieden aan de varkens, maar ook om water en koolstof in de grond vast te houden en de bodem te voeden”, klinkt het.

“Het is perfect mogelijk om tien ton CO2 op te slaan per hectare grond”, gaat Carl verder. “Nu krijgt een Europese boer 300 euro subsidie per hectare om een monocultuur van tarwe of suikerbieten in te zaaien. Hij moet daarvoor niet in zijn bodem investeren. Stel dat we boeren daarentegen geld geven om CO2 weg te steken. Ik weet niet of veel boeren daartegen zijn. Boeren willen boeren, en appreciatie krijgen voor wat ze doen. En zo krijg je zelfs de kapitalisten mee.”

Benieuwd naar de volledige reportage? Je vindt ze op de website van MO*.

Bron: MO*

Beeld: ILVO / UGent

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek