Smeren we binnenkort krekelcrème aan onze handen?

Als het aan de studenten biomedische laboratoriumtechnieken van Thomas More en cosmeticabedrijf Mylène ligt, smeren we binnenkort onze handen in met krekel- en sprinkhanenvet. Samen onderzoeken ze de voordelen van insectenvetten in cosmetica. “Die vetten lijken erg op de vetten uit palmpitolie”, zeggen ze bij Thomas More.
27 januari 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:53
Lees meer over:

Als het aan de studenten biomedische laboratoriumtechnieken van Thomas More en cosmeticabedrijf Mylène ligt, smeren we binnenkort onze handen in met krekel- en sprinkhanenvet. Samen onderzoeken ze de voordelen van insectenvetten in cosmetica. “Die vetten lijken erg op de vetten uit palmpitolie”, zeggen ze bij Thomas More.

De studenten biomedische laboratoriumtechnieken van Thomas More in Geel bekijken binnen de onderzoeksgroep Radius al jaren de mogelijkheden van insecten, zowel in voeding als in cosmetica. “Insecten worden de laatste jaren meer en meer gebruikt voor hun proteïnen in voeding voor mens en dier. Ze zijn een duurzaam alternatief voor proteïne uit vlees bijvoorbeeld”, zegt Sabine Van Miert van de onderzoeksgroep Radius van Thomas More. “Bij dat proces krijgen de insecten vaak eerst een ontvetfase. Wij zijn gaan bekijken wat voor nut die vetten kunnen hebben. Op die manier werken we met een product uit een nevenstroom die normaal onbenut zou blijven.”

De studenten werken al jaren aan de vetzuursamenstelling van die insectenvetten. “Als we die willen inzetten voor cosmetica, moeten onder meer de geur, kwaliteit en kleur goed zitten”, klinkt het. Aan het begin van het onderzoek was de kleur wat te groen. “Ondertussen hebben we samen met cosmeticabedrijf Mylène de samenstelling zo kunnen maken dat ze bruikbaar is in handcrème.” De vetzuursamenstelling lijkt erg op die van palmpitolie. Palmpitolie en kokosolie liggen vandaag erg onder vuur vanwege het weinig duurzame karakter. “Door insecten te gebruiken kunnen we circulair en duurzaam gaan werken.”

Het begon als een zot idee, maar is nu uitgedraaid tot een product waarvan de meerwaarde bewezen is. Daarmee zijn we bij de eersten”, klinkt het bij Mylène. “We vinden duurzaamheid heel belangrijk”, zegt An Bovy, innovation manager bij Mylène. “We zijn een Belgisch bedrijf en het grootste deel van onze productie gebeurt lokaal in ons eigen labo. We werken vooral met natuurlijke oliën in onze producten zoals abrikozenpitolie of macadamia-olie. De piste van de insecten is heel interessant. Insecten groeien door van organisch afval te eten. Op die manier worden ze groot en kunnen ze gebruikt worden voor allerlei doeleinden.”

Of de insecten de klanten niet zullen afschrikken? “Samen met Thomas More deden we een bevraging bij consumenten over hun bereidheid tot het gebruiken van producten waar insecten in verwerkt zitten”, vertelt An Bovy. “De reacties waren opvallend positief. De bereidheid is er zeker nog niet bij iedereen, maar het overgrote deel reageerde dus wel positief.”

Het gebruik van insecten is toch een opvallende evolutie bij een bedrijf dat zo'n vijftig jaar geleden opstartte door de verkoop van producten met nertsolie. “We verkopen nog één crème met nertsolie, dat is ons meest verkochte product”, aldus An Bovy. “De dieren worden voor onze productie niet geslacht, wij gebruiken een restproduct van nertskwekerijen. Onder de pels van een nerts zit olie waarin heel veel waardevolle stoffen zitten die onder meer ook gebruikt worden in brandwondencentra. Wij gebruiken enkel die olie. Als de kwekerijen ooit allemaal sluiten is het ook gedaan met ons product, wij kweken en slachten zelf geen dieren.”

Bron: Gazet van Antwerpen

Beeld: Inagro

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek