"Terreinkennis basis voor duurzaam mestbeleid"

Nu het einde van MAP 5 in zicht komt, maakt het Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting (CVBB) een uitgebreide stand van zaken op met aandacht voor de verschillende onderdelen van een duurzaam mestbeleid. In een eerste bijdrage wordt gefocust op het belang van een gedetailleerde terreinkennis om een gerichte aanpak van de rode MAP-meetpunten mogelijk te maken. De voorbije 7 jaar heeft het CVBB in Vlaanderen 454 MAP-meetpunten en meer dan 10.000 deelmeetplaatsen opgevolgd, goed voor meer dan 155.000 nitraatmetingen.
13 juni 2018  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:45
Lees meer over:

Nu het einde van MAP 5 in zicht komt, maakt het Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting (CVBB) een uitgebreide stand van zaken op met aandacht voor de verschillende onderdelen van een duurzaam mestbeleid. In een eerste bijdrage wordt gefocust op het belang van een gedetailleerde terreinkennis om een gerichte aanpak van de rode MAP-meetpunten mogelijk te maken. De voorbije 7 jaar heeft het CVBB in Vlaanderen 454 MAP-meetpunten en meer dan 10.000 deelmeetplaatsen opgevolgd, goed voor meer dan 155.000 nitraatmetingen. 

Het CVBB is intussen al 7 jaar actief en maakt vanuit die ervaring een opsomming van verwezenlijkingen én van de resterende knelpunten en aandachtspunten. Het uiteindelijke doel is een verbetering van de waterkwaliteit in landbouwgebied en tot het behalen van de doelstellingen van de Vlaamse mestwetgeving. Dat Vlaanderen nog steeds een eind verwijderd is van die doelstellingen, bleek uit de laatste cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

Hoe probeert het CVBB zijn steentje bij te dragen? Alles begint met een sterke terreinkennis, aldus de organisatie. “Om de rode MAP-meetpunten, dit zijn punten die de nitraatnorm van 50 mg nitraat/l overschrijden, gericht te kunnen aanpakken is een goede kennis van het afstroomgebied van kapitaal belang”, zo klinkt het. “Aan de hand van intensieve nitraatmetingen, samen met de inventarisatie van de karakteristieken van het gebied, is het CVBB in staat om een aanpak uit te rollen die specifiek voor dat meetpunt de sleutel moet vormen naar een betere waterkwaliteit.”

De Vlaamse milieumaatschappij (VMM) bemonstert maandelijks elk actief MAP-meetpunt. Op basis van die cijfers selecteert het CVBB meetpunten die prioritair moeten verbeteren om de MAP-doelstellingen te kunnen realiseren. Bij die meetpunten die rood zijn of die de nitraatnorm benaderen (regelmatig metingen > 45 mg nitraat/liter) voert het CVBB bijkomende metingen uit stroomopwaarts van het meetpunt bij iedere kruising van de waterloop met een weg, drainagebuizen, overstortbuizen, enzovoort.

De CVBB-metingen gebeuren ongeveer maandelijks en met een sneltest. Naast die frequente metingen zijn er ook metingen langs de volledige waterloop, de zogenaamde detailmetingen. Bij overduidelijk groene meetpunten worden geen extra metingen uitgevoerd. De voorbije 7 jaar heeft het CVBB in Vlaanderen 454 MAP-meetpunten en meer dan 10.000 deelmeetplaatsen opgevolgd, goed voor al meer dan 155.000 nitraatmetingen. “Door die vele metingen verspreid langs de waterloop en over de jaren heen krijgen de CVBB-medewerkers een duidelijk beeld van de instromen van nitraat in het oppervlaktewater.”

Met die kennis brengt het CVBB de kritieke punten in kaart en wordt de werking op die plekken geïntensifieerd. In de beginperiode (2012-2015) wisten de CVBB-medewerkers enkel door online de meetgegevens van de VMM te raadplegen wanneer een MAP-meetpunt een verhoogde nitraatconcentratie liet optekenen. Vaak was dit te laat en was de oorzaak van nitraatoverschrijding niet meer te achterhalen.

Sinds 2016 worden de (nog niet gevalideerde) meetresultaten van VMM – de zogenaamde signaalwaarden – enkele dagen na de VMM-meting via mail doorgestuurd en is het CVBB wel in staat snel te reageren en op zoek te gaan naar de oorzaak van de nitraatverhoging. Het CVBB heeft met behulp van het systeem van signaalwaarden een volledige dekking van het MAP-meetnet in Vlaanderen. “Door de vele metingen op het terrein en dankzij de signaalwaarden is het trouwens duidelijk geworden dat de nitraatconcentratie aan een MAP-meetpunt in een korte tijdsspanne sterk kan variëren”, zo klinkt het nog. Continue metingen bieden hier soelaas.

Het CVBB heeft ook aandacht voor het meten van nitraatconcentraties in grondwater. Analoog met de CVBB-werking rond het oppervlaktewater is het ook hier belangrijk te kunnen aanduiden welke gebieden en/of percelen al of niet gelinkt zijn aan het overschrijden van de milieunorm. Momenteel is er een casestudie lopende rond een grondwatermeetpunt in Puurs. De ervaringen met deze casestudie zullen gebruikt worden om andere gebieden met een soortgelijke grondwaterproblematiek aan te pakken.

Specifiek voor fosfaat laten veel meetpunten van het MAP-meetnet overschrijdingen voor fosfor optekenen, hoewel in de meeste bodems de fosfor hecht gebonden blijkt te zijn. Een beperkte werking van het CVBB gaat uit naar de opvolging van orthofosfaat in het oppervlaktewater. Er zijn een 14-tal MAP-meetpunten in Vlaanderen geselecteerd waarop, naar analogie met de werkwijze van nitraat, de fosforconcentraties stroomopwaarts in de waterloop gedetailleerd in kaart worden gebracht. Bedoeling is dat aantal meetpunten uit te breiden.

Meer info: CVBB 

Beeld: VLM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek