Test Aankoop: "Kinderen blootgesteld aan insecticiden"

Uit eigen onderzoek concludeert Test Aankoop dat alle Belgische kinderen zijn blootgesteld aan insecticiden. Er werd in de urine van 84 kinderen uit alle delen van het land gericht gezocht naar insecticiden op basis van pyrethroïden en organische fosfor omdat die tot de meest gebruikte middelen behoren door boeren, maar ook door burgers die in en rond hun huis insecten bestrijden. Voor de consumentenorganisatie moet zowel het professionele als het huishoudelijke gebruik verminderen. Wat de gezondheid van de onderzochte kinderen betreft, laat Test Aankoop in het midden of er voor hen een effect is. Zeker is alleen dat een labo de afbraakstoffen van de insecticiden kon meten. “De detectielimiet zegt in feite niets, en in dit geval is het zelfs positief dat die stoffen in de urine zitten want het bewijst dat ons lichaam ze afbreekt en niet opstapelt”, reageert een expert in gewasbeschermingsmiddelen namens Phytofar.
20 september 2019  – Laatste update 14 september 2020 14:51
Lees meer over:

Uit eigen onderzoek concludeert Test Aankoop dat alle Belgische kinderen zijn blootgesteld aan insecticiden. Er werd in de urine van 84 kinderen uit alle delen van het land gericht gezocht naar insecticiden op basis van pyrethroïden en organische fosfor omdat die tot de meest gebruikte middelen behoren door boeren, maar ook door burgers die in en rond hun huis insecten bestrijden. Voor de consumentenorganisatie moet zowel het professionele als het huishoudelijke gebruik verminderen. Wat de gezondheid van de onderzochte kinderen betreft, laat Test Aankoop in het midden of er voor hen een effect is. Zeker is alleen dat een labo de afbraakstoffen van de insecticiden kon meten. “De detectielimiet zegt in feite niets, en in dit geval is het zelfs positief dat die stoffen in de urine zitten want het bewijst dat ons lichaam ze afbreekt en niet opstapelt”, reageert een expert in gewasbeschermingsmiddelen namens Phytofar.

Consumentenorganisatie Test Aankoop heeft afgelopen lente de urine van 84 kinderen tussen 2 en 15 jaar oud laten analyseren. Bij hen allemaal zijn sporen van twee families van insecticiden teruggevonden. Alle 84 werden blootgesteld aan één organische fosforinsecticide, en 83 van hen aan minstens één insecticide op basis van pyrethroïden. Dergelijke stoffen komen volgens Test Aankoop gemakkelijk in de bloedbaan terecht, “door het in te ademen, in te slikken, of door contact met de huid”. Dat zijn mogelijke wijzen van blootstelling die voor de gebruiker van bestrijdingsmiddelen aannemelijker lijken dan voor kinderen, behoudens onvoorzichtigheid bij thuisgebruik van insecticiden zoals mierengif. Het zal allicht eerder te wijten zijn aan de aanwezigheid van kleine sporen van gewasbeschermingsmiddelen in voeding die detecteerbaar zijn met steeds nauwkeurigere laboapparatuur maar beneden de wettelijke veiligheidslimiet blijven.

Er zijn maximale residulimieten waarmee landbouwers bij hun gewasbescherming rekening moeten houden om niet te riskeren dat hun oogst onverkoopbaar wordt. De bekende toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven) sprak tegenover een publiek van fruittelers zijn vertrouwen uit in deze MRL’s. Hij stelde hen als volgt gerust: “De wettelijke MRL’s zijn zo laag dat iemand al onnoemelijk veel van een lichtjes gecontamineerd voedingsproduct moet eten alvorens er een schadelijk effect voor de gezondheid optreedt.”

Uit het onderzoek van Test Aankoop kan je niet afleiden dat professionele gebruikers zich niet gehouden hebben aan de voorschriften bij het gebruik van de insecticiden in kwestie. Evenmin is het evident om er conclusies aan vast te knopen omtrent een eventueel gezondheidseffect. Test Aankoop doet daar ook zelf geen straffe uitspraken over: “Het is niet mogelijk om te voorspellen of de in de urine waargenomen concentraties nadelige gevolgen zullen hebben voor de gezondheid van de kinderen. Het verband met één of andere aandoening is des te moeilijker vast te stellen omdat kinderen dagelijks aan verschillende chemische stoffen worden blootgesteld die ook toxische effecten kunnen hebben.”

Anderzijds hamert de consumentenorganisatie er in zijn persbericht wel op dat hormoonverstorende pesticiden gevaarlijk kunnen zijn, “ongeacht de dosis”. “Het beginsel van de toxicologie dat de dosis het vergif maakt, geldt hier niet. Het is eerder de blootstellingsperiode die van belang is. Vooral foetussen, kinderen en ouderen zijn kwetsbaar”, klinkt het. Test Aankoop verwijst ook naar epidemiologische studies die blootstelling aan pesticiden koppelen aan ernstige gezondheidseffecten zoals kanker, neurologische stoornissen en aantastingen van de voortplantingsfuncties. “Van bepaalde insecticiden is ook geweten of wordt vermoed dat ze hormoonverstoorders zijn die de werking van het hormoonsysteem beïnvloeden.”

Om bovenstaande redenen is Test Aankoop beducht voor elk niveau van blootstelling van de bevolking, “kinderen in het bijzonder”, en eist ze dat op alle niveaus acties ondernomen wordt om dat risico zoveel mogelijk te beperken. Wanneer we de vaststellingen van Test Aankoop voorleggen aan de gewasbeschermingsmiddelensector, dan is men daar niet gealarmeerd. Integendeel zelfs, en Phytofar-expert Kevin Heylen legt uit waarom: “Zie het als een goed teken dat de afbraakstoffen in de urine gemeten werden. Het bewijst dat ons lichaam de stoffen verwijdert, en niet opstapelt. Zo heeft de regelgever het ook bedoeld want ‘bio-accumulatie’ is een zogenaamd cut-off criterium dat de markttoelating van een actieve stof onmogelijk maakt.”

Volgens Test Aankoop ontbreekt het aan een wettelijke norm die de maximale concentraties in de urine voor de gemeten insecticiden vastlegt. Heylen: “De FOD Volksgezondheid controleert wel degelijk of een stof bio-accumulatief is. Indien de consumentenorganisatie niet begrijpt waarom er geen aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) bestaat waaraan de metabolieten van insecticiden afgetoetst kunnen worden, dan is dat snel verklaard. Die veiligheidsnormen zijn er, maar vanzelfsprekend niet voor de gemeten waarden in urine want dat consumeren we niet maar scheiden we uit. ADI wordt vastgesteld op basis van een gemiddeld dieet, en is verschillend voor kinderen en volwassenen.”

Alle stoffen die niet van nature in voedingsmiddelen voorkomen, krijgen zo’n een ADI-waarde. Dit is de maximale dagelijkse hoeveelheid van een stof, meestal uitgedrukt per kilogram lichaamsgewicht, die een leven lang genomen kan worden zonder schadelijke effecten op de gezondheid. Ter illustratie: van een toevoeging met een ADI van 40 gram per kilo mag een persoon van 70 kilo 2,8 kilogram per dag binnenkrijgen, terwijl dat voor een kind van 10 kilo beperkt moet blijven tot 400 gram per dag.

De enige waarde die in de studie van Test Aankoop overschreden is, dat is de detectielimiet. “Die verschilt van de ene metaboliet tegen de andere”, zegt Carine Deschamps (Test Aankoop), verantwoordelijk voor het onderzoek. “En is afhankelijk van het analysetoestel”, vult Kevin Heylen (Phytofar) aan. Vanuit het consumentenperspectief is het feit dat er iets gemeten wordt – hoe weinig ook – op zichzelf problematisch. Vanuit het perspectief van de gewasbeschermingsmiddelensector is dat onbelangrijk omdat het de dosis is die van tel is.

“Zelfs nano- of microgrammen per liter urine van een stof als chloorpyrifos die we bij alle kinderen maten, kunnen gevolgen hebben voor de gezondheid van kinderen. Dit is zeker zo in combinatie met de blootstelling aan andere hormoonverstoorders”, besluit Deschamps met een waarschuwing. Een conclusie die volgens Phytofar gebaseerd is op één wetenschappelijke studie die het belang van de dosis in twijfel trok, maar zelf niet reproduceerbaar is gebleken. “Ook de FOD Volksgezondheid denkt er anders over. En voor een eventueel hormoonverstorend effect geldt bovendien dat een stof dan geen markttoelating krijgt, of ze verliest bij de herbeoordeling.”

Beeld: faculteit Bio-ingenieurswetenschappen UGent

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek