Toegevoegde waarde van landbouw de zwakste in 20 jaar

De netto toegevoegde waarde van de Belgische landbouw daalt dit jaar met 13,5 procent, na een stijging in 2015. In vergelijking met het gemiddelde voor de periode 2011-2015 gaat het om een daling met 14,5 procent. Dat is het laagste cijfer van de laatste twee decennia, rekening gehouden met de inflatie. Dat blijkt uit cijfers die de dienst statistiek van de FOD Economie publiceert. Vooral in de graanteelt is de evolutie uitgesproken want deze bedrijfstak tekent een waardedaling van nagenoeg 50 procent op. De geschatte waarde van de dierlijke productie daalt met vier procent. De statistici denken dat de negatieve trend uit hun schattingen enigszins afgezwakt kan worden door de prijsstijging naar het jaareinde toe voor producten als aardappelen, melk en eieren.
15 december 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:38
Lees meer over:

De netto toegevoegde waarde van de Belgische landbouw daalt dit jaar met 13,5 procent, na een stijging in 2015. In vergelijking met het gemiddelde voor de periode 2011-2015 gaat het om een daling met 14,5 procent. Dat is het laagste cijfer van de laatste twee decennia, rekening gehouden met de inflatie. Dat blijkt uit cijfers die de dienst statistiek van de FOD Economie publiceert. Vooral in de graanteelt is de evolutie uitgesproken want deze bedrijfstak tekent een waardedaling van nagenoeg 50 procent op. De geschatte waarde van de dierlijke productie daalt met vier procent. De statistici denken dat de negatieve trend uit hun schattingen enigszins afgezwakt kan worden door de prijsstijging naar het jaareinde toe voor producten als aardappelen, melk en eieren.

De dienst statistiek van de FOD Economie heeft samen met de regionale landbouwministeries de voorlopige schattingen gemaakt van de landbouweconomische rekeningen voor het lopende jaar. De cijfers ogen niet bepaald rooskleurig. De toegevoegde waarde van landbouw in ons land loopt terug met 13,5 procent. Het lijkt het zwakste cijfer te gaan worden van de laatste twee decennia. Een daling van de kosten kan de afname van de productiewaarde niet opvangen. Bij de gewassen is deze evolutie het meest uitgesproken voor granen, met nagenoeg een halvering van de productiewaarde. Het weer zat op alle vlakken tegen wat het rendement negatief beïnvloedde.

Ook bij de aardappelen wordt een opvallende evolutie opgetekend. Ondanks de sterke areaalstijging gaat de productie achteruit, met sterk dalende rendementsschattingen. De prijzen daarentegen gingen in de loop van het jaar de goede kant op, waardoor de productiewaarde het gemiddelde van 2011-2015 overschrijdt. Net zoals voor aardappelen en granen vindt ook voor fruit (appels en peren) een betrekkelijk grote terugval van de rendementen plaats. De fruitbomen hadden te lijden onder de slechte weersomstandigheden tijdens de bloeitijd. Voor appels is er een afname van het areaal, terwijl voor peren een lichte stijging wordt waargenomen. Globaal daal het productievolume met 13 procent. Aangezien de prijzen daarbij ook een dalende trend vertonen, ligt de productiewaarde zeer duidelijk beneden het gemiddelde van 2011-2015 (-13 %).

Daartegenover staat dat de tuinbouwproductie (groenten, planten en bloemen) mocht genieten van prijzen die hoger lagen dan in 2015. Wellicht komt de productiewaarde van groente uit op haar hoogste peil sinds meerdere jaren. Aardappelteelt en tuinbouw zijn de enige sectoren die het beter doen dan vorig jaar want alle andere landbouwers hebben te kampen met ongunstige markt- of weersomstandigheden. De melkprijs was aanhoudend laag, al is er sinds augustus een gevoelige stijging. Het productiepeil bleef stabiel ten opzichte van 2015 omdat de productie werd geremd in het tweede deel van het jaar vanwege de compensatie die Europa daar tegenover stelde. Tijdens de eerste jaarhelft werd nog stevig door gemolken.

Wat de varkenssector betreft heeft de productiewaarde zich eindelijk vrijwel kunnen stabiliseren (-1,3 %) na drie opeenvolgende jaren van daling. De productievolumes zouden normaal opnieuw moeten dalen, maar de prijzen gaan in stijgende lijn. Dit geldt niet voor de prijs van eieren, die een duidelijke neerwaartse trend vertoont (-25 % tegenover 2015). Maar ook hier is sprake van een geleidelijke inhaalbeweging vanaf de maand september. Globaal genomen is de productiewaarde voor de dierlijke producties, net zoals de plantaardige producties, gevoelig gedaald (-4 %).

Meer info: statistieken FOD Economie 

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek