Tweedaagse van Flanders' FOOD inspireert voedingssector

Of een voedingsbedrijf nu klein of groot is, één productontwikkelaar in dienst heeft of een heel legertje, innoveren is voor elkeen een uitdaging. Flanders’ FOOD wil hen de nodige inspiratie bieden, door de medewerkers van voedingsbedrijven tijdens een tweedaagse onder te dompelen in een wereld van apps, digitale fabrieken, nieuwe smaken en geuren en verregaande recyclage van reststromen. Meer dan 30 experten en ervaringsdeskundigen komen aan het woord. “Het programma biedt voor elk wat wils”, verzekert Veerle Rijckaert van innovatieplatform Flanders’ FOOD, “want kleinere KMO’s snakken naar info omtrent consumententrends terwijl de grotere bedrijven graag aftoetsen of ze het juiste pad kozen.”

De wereld verandert sneller dan ooit tevoren. Om de haverklap komt er een nieuw technologisch snufje op de proppen, of worden we belegerd met vreemde ingrediënten en nieuw dieetadvies. Mee veranderen is de boodschap voor voedingsbedrijven, want heel wat van die nieuwigheden kunnen ingezet worden om te komen tot nieuwe producten en processen. Met een nieuw concept, de ‘Flanders’ FOOD Inspiration Days’, gaat het innovatieplatform van de Vlaamse agrovoedingsindustrie verder dan het voorschotelen van trends. Een tweedaagse in Edegem op 19 en 20 september laat voedingsbedrijven met een programma vol lezingen, demonstraties en workshops ervaren hoe ze nieuwigheden kunnen omzetten in concrete proces- en productinnovaties.

In een land waar de loonkost hoog is en de oppervlakte schaars, is efficiëntie een noodzaak en logischerwijze één van de vier thema’s van de inspiratiedagen. Daarnaast komt ook het opwaarderen van reststromen aan bod, en leren de deelnemers hoe ze niets verloren kunnen laten gaan. Een volgende trend is er dan één die dringend een halt moet toegeroepen worden, namelijk het steeds eenzijdiger worden van het eetpatroon van de Westerse bevolking. Volgens Flanders’ FOOD kunnen voedingsbedrijven het tij keren door opnieuw gebruik te maken van een breder arsenaal aan ingrediënten. Interessanter dan de vraag wat het ideale dieet is, lijkt het voor voedingsbedrijven tenslotte ook relevant om uit te zoeken hoe je kan aanbieden wat elke consument (anders) vraagt.

Voedingsbedrijven tonen zeker interesse in het programma van de Inspiration Days. “Een intensieve bevraging van onze doelgroep in 2016 leerde dat klein én groot inspiratie zoekt, en wil weten wat er leeft bij de consument”, zegt Rijckaert. Ook toeleveranciers van de voedingsindustrie zijn welkom. “In de voedingsindustrie zijn vooral KMO’s actief, die vaak geen eigen of zeer beperkte R&D-afdeling hebben. Zij kunnen deze ondersteuning goed gebruiken, net zoals de grote R&D-intensieve ondernemingen graag zullen aftoetsen of ze op goede weg zijn.” Hun kennisnoden kunnen verschillen, maar over een onderwerp als ‘block chain’ hebben ze allemaal iets te leren. Tijdens de tweedaagse neemt IBM hen mee op verkenning in deze wereld van opportuniteiten.

Kunnen bedrijven die elkaars concurrent zijn door dezelfde deur op een evenement waar iedereen op zoek is naar nieuwe businessopportuniteiten. “Firma’s zijn soms op hun hoede om commercieel interessante kennis te delen”, geeft new business development manager Veerle Rijckaert toe. “We stemmen onze werkwijze af op de gevoeligheid van de informatie. Zaken die van belang zijn voor een ganse subsector pakken we collectief aan, zoals hier tijdens de Inspiration Days. De bedrijven nemen deel om inspiratie op te doen, maar achteraf gaan ze er elk op hun eigen manier mee aan de slag. Bij Flanders’ FOOD dromen we van open innovatie, maar we moeten er rekening mee houden dat de concurrentie in de ene subsector harder speelt dan in de andere.”

Hoewel de KMO’s die de hoofdmoot uitmaken van de Belgische voedingsindustrie zich geen grote R&D-afdeling kunnen permitteren, zit de sector toch in de kopgroep als je vergelijkt met de innovatiecapaciteit van de concurrentie uit het buitenland. In 2016 bevonden de investeringen in de voedingsindustrie zich op een recordniveau. Sectorfederatie FEVIA rapporteerde een stijging met 10,5 procent ten opzichte van 2015, naar een totaalbedrag van 1,6 miljard euro. Een vergelijking met Duitsland, Frankrijk en Nederland leert dat de buurlanden niet aan de Belgische voedingsindustrie kunnen tippen qua innovatie op vlak van producten, processen, organisatie en marketing. Alleen slagen we er in eigen land minder goed in om dat te valoriseren in de verkoop van nieuwe producten. Het omzetpercentage uit voor het bedrijf (5,4%) of voor de markt (4,4%) nieuwe producten hinkt hier duidelijk achterop.

Ligt het aan het toenemend belang van huismerken in de winkelrekken van grootwarenhuizen dat de valorisatie van productvernieuwing zo moeilijk is? “Dat is moeilijk te zeggen. Anderzijds blijven veel consumenten voor merkproducten kiezen omdat zij vaker naar buiten komen met nieuwigheden en innovaties. Bovendien drijven huismerken de merkenfabrikanten vooruit om zich te blijven onderscheiden en in te zetten op innovatie”, aldus Rijckaert.

Meer info: Flanders' FOOD Inspiration Days