Universiteiten houden vurig pleidooi voor ggo’s

In een open brief, die in De Standaard gepubliceerd werd, breken jonge wetenschappers van 5 Belgische universiteiten een lans voor ggo’s. Ze laken de terughoudendheid van de Europese Unie om met de innovatieve techniek aan de slag te gaan en roepen de beleidsmakers op om deze archaïsche wetgeving aan te passen. “Zeker nu de uitdagingen van de 21ste eeuw zich duidelijker aftekenen dan ooit”, stellen ze. “Wetenschappelijke vooruitgang moet onze gezamenlijke toekomst zijn, niet ons verleden.”
27 februari 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:53
In een open brief, die in De Standaard gepubliceerd werd, breken jonge wetenschappers van 5 Belgische universiteiten een lans voor ggo’s. Ze laken de terughoudendheid van de Europese Unie om met de innovatieve techniek aan de slag te gaan en  roepen de beleidsmakers op om deze archaïsche wetgeving aan te passen. “Zeker nu de uitdagingen van de 21ste eeuw zich duidelijker aftekenen dan ooit”, stellen ze. “Wetenschappelijke vooruitgang moet onze gezamenlijke toekomst zijn, niet ons verleden.”
In 1983 zorgden professoren Marc Van Montagu en Jeff Schell voor wereldnieuws wanneer ze een bacterie, Agrobacterium, ontdekten die op natuurlijke wijze genetische informatie kan binnenbrengen in planten. Ze slagen erin om dit mechanisme te gebruiken om een nieuw stuk DNA succesvol binnen te brengen in een gewas. “Dat maakte van Vlaanderen op slag de bakermat van de plantenbiotechnologie”, klinkt het. “De geboorte van genetische gemodificeerde gewassen (ggo’s) was een feit.”
 
In de jaren daarop worden steeds meer ggo’s ontwikkeld, denk aan de Gouden Rijst, een variant met een hoger gehalte vitamine A of de Arctic Apple, die niet bruin wordt na het schillen en dus voedselverspilling kan tegengaan.
 
“Vandaag is wereldwijd bijna de kaap van 200 miljoen hectare ggo-gewassen bereikt, dat is meer dan vijf keer de oppervlakte van Duitsland”, schrijven de onderzoekers. “Ggo’s blijken een schot in de roos, behalve in Europa. Daar zijn dergelijke vormen van innovatieve landbouw namelijk onmogelijk gemaakt, het resultaat van politieke blokkering. Wij, jonge wetenschappers aan alle Vlaamse universiteiten (UGent, KU Leuven, UHasselt, VUB, UAntwerpen), willen dat deze achterhaalde Europese houding wordt herbekeken.”
 
Het is de facto onmogelijk om nieuwe ggo’s in de EU te introduceren. “De complexe wet­geving, maar vooral de Europese ­politieke onwil blokkeert dit”, stellen ze. “Desondanks importeert de EU jaarlijks tonnen ggo-soja uit landen zoals de Verenigde Staten en Canada. Daar is ggo-teelt wel toegelaten. Is het huidige ggo-beleid dan niet zeer tegenstrijdig?”
 
EFSA, het Europees agentschap voor voedselveiligheid, heeft nochtans al positief advies gegeven over meerdere ggo’s. Maar die adviezen worden genegeerd, behalve voor een industriële aardappel en een maïsvariant. Sinds 1998 wordt ggo-maïs geteeld in Spanje, die resistent is tegen insectenvraat. Op die manier kan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dalen, wat op zijn beurt het milieu en de volksgezondheid ten goede komt.
 
De EU erkent dat nieuwe en betere gewassen nodig zijn om het hoofd te bieden aan uitdagingen zoals extreme weersomstandigheden. Die nieuwe gewassen worden ontwikkeld door aanpassingen te doen in het DNA van een bestaand gewas. De technologie van ggo mag bij ons niet gebruikt worden, radioactieve bestraling daarentegen wel. De wetenschappers vergelijken die bestraling met een miniatuurkanon waarmee op het DNA geschoten wordt. Met deze techniek werd in 1959 bijvoorbeeld de, zeer gezonde, roze pompelmoes gecreëerd. Maar radioactieve bestraling heeft een groot nadeel. “Deze methode veroorzaakt als bijwerking veel onvoorziene veranderingen in het DNA”, duiden de wetenschappers. “Daardoor hebben veel van die bestraalde gewassen behalve nieuwe positieve kenmerken vaak ook ongewenste kenmerken zoals oogstvermindering of een verminderde voedingswaarde. Een nieuwe biotechnologische techniek bracht hier onlangs wel verbetering in.”
 
Dan komen we uit bij de Crispr-Cas technologie, die in 2013 voor het eerst werd toegepast op een gewas. Door het gebruik van een DNA-schaar, als het ware, kunnen specifieke aanpassingen gedaan worden in het DNA van planten op een veilige manier en met ongeziene precisie. De methode laat toe om op een gerichtere manier nieuwe gewassen te ontwikkelen, zonder ongewenste neveneffecten. “Tot onze verbazing besliste het Europees Hof van Justitie in 2018 echter dat ook deze gewassen onder een zeer strenge regelgeving vallen en in de praktijk verboden zijn in Europa”, schrijven ze. “Het is het gevolg van de complexe, onwetenschappelijke Europese besluitvorming rond genetische modificatie. Voor ons is het nochtans duidelijk, zowel de crispr-methode als de traditionele methoden bieden voordelen voor de landbouw.”
 
Ondanks de tegenwerking, behoort Vlaanderen nog steeds bij de wereldtop op het gebied van plantenbiotechnologie. “Binnen onze universiteiten zijn er meerdere gerenommeerde onderzoeksgroepen waar onder meer wordt onderzocht hoe rijst een verhoogde voedingswaarde kan krijgen om een oplossing te bieden tegen bloedarmoede in ontwikkelingslanden”, klinkt het. “Of hoe ggo-populieren in de toekomst kunnen dienen als grondstof van de farmaceutische industrie, waar nu nog fossiele brandstoffen worden gebruikt.”
 
“Ondanks onze bezorgdheid over het Europese beleid blijven wij geloven in dit Vlaamse potentieel”, besluiten ze. “Wij roepen de beleidsmakers op om deze archaïsche ggo-wetgeving aan te passen, zeker nu de uitdagingen van de 21ste eeuw zich duidelijker aftekenen dan ooit. Wetenschappelijke vooruitgang moet onze gezamenlijke toekomst zijn, niet ons verleden.”
 
De volledige lijst van de 447 onderzoekers die deze open brief ondertekend hebben, vind je op de website van De Standaard.

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek