Vergoeding voor schade door everzwijnen is lege doos

Ondanks het toenemende aantal meldingen van schade door everzwijnen is de afgelopen 7 jaar nog geen enkele vergoeding uitbetaald aan gedupeerden. Dat maakt Vlaams parlementslid Steven Coenegrachts (Open Vld) op uit het antwoord van minister van Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA) op zijn schriftelijke vraag. “We moeten inzetten op administratieve vereenvoudiging, want onze boeren verdienen beter”, zegt hij. “Als landbouwers schade lijden, moeten ze ook een faire kans maken op uitbetaling.”
5 februari 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:53
Ondanks het toenemende aantal meldingen van schade door everzwijnen is de afgelopen 7 jaar nog geen enkele vergoeding uitbetaald aan gedupeerden. Dat maakt Vlaams parlementslid Steven Coenegrachts (Open Vld) op uit het antwoord van minister van Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA) op zijn schriftelijke vraag. “We moeten inzetten op administratieve vereenvoudiging, want onze boeren verdienen beter”, zegt hij. “Als landbouwers schade lijden, moeten ze ook een faire kans maken op uitbetaling.”
De groeiende populatie van wilde evers zorgt voor veel overlast in Limburg en de Antwerpse Kempen. Bij schade door everzwijnen, is het in principe mogelijk om een administratieve schadevergoeding te krijgen, zowel voor burgers als voor boeren.
 
Maar de praktijk blijkt anders dan de theorie. Coenegrachts leerde van Demir dat er alleen al in 2018 en 2019 meer dan 800 gevallen van schade door everzwijnen zijn gemeld. Toch zijn er sinds 2013 slechts 74 aanvragen tot schadevergoeding ingediend. "Het aantal aanvragen en meldingen staat in schril contrast met elkaar. Boeren maken veel te weinig aanspraak op een schadevergoeding. Logisch ook, als er op 7 jaar tijd geen enkele werd uitbetaald", stelt Coenegrachts aan de kaak.
 
Coenegrachts zoekt de oorzaak bij de ingewikkelde Vlaamse regelgeving, die stelt dat aan twee voorwaarden voldaan moet zijn. De aanvrager moet aantonen dat hij voldoende preventiemaatregelen genomen heeft, door bijvoorbeeld een hek te plaatsen. Daarnaast moet men bewijzen dat de schade is veroorzaakt door everzwijnen afkomstig uit een natuurgebied of grondgebied dat wordt beheerd door de Vlaamse overheid of door erkende terreinbeherende verenigingen, waarop geen bijzondere jachtrechten en bestrijdingsrechten werden verworven. Dat blijkt een schier onmogelijke opdracht want hoe moet je weten waar de everzwijnen zich exact bevinden, aldus het Limburgse parlementslid.
 
Hij pleit voor administratieve vereenvoudiging. “Moraal van het verhaal is dat de Vlaamse regelgeving te ingewikkeld is”, vertelt Coenegrachts aan Het Belang van Limburg. “We moeten die regels grondig herzien.”
 
Wat ook opvalt is het contrast tussen de 74 aanvragen van de afgelopen 7 jaar, waarvan 22 in 2019, en het aantal meldingen bij het ‘Meldpunt voor Everzwijnenschade’. Dat meldpunt werd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) in 2018 gelanceerd om de schade in kaart te brengen. Dat jaar kwamen al 281 meldingen binnen. Vorig jaar, het eerste volledige jaar, steeg het aantal naar 527, waarvan dus maar een fractie tot een aanvraag voor schadevergoeding leidde. Volgens Coenegrachts moet je hiervoor niet ver zoeken naar een verklaring. “Na jaren ondervinding weten de mensen intussen dat hier toch niks tegenover staat. Waarom zouden ze dan nog een aanvraag doen?”

Bron: Belga / Het Belang van Limburg

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek