"Verschil in voedingssamenstelling tussen EU-landen"
Tijdens de laatste Europese Landbouwraad kaartte een aantal Oost-Europese lidstaten de kwaliteits- en etiketteringsverschillen aan van sommige voedingsproducten van hetzelfde merk. Afhankelijk van het land waarin zij verkocht worden, werden er verschillen in samenstelling vastgesteld die niet verbonden zijn met de smaakvoorkeuren of de grondstoffen van het doelland. Zo bevatten vissticks in Oostenrijk en Duitsland tot zeven procent meer vis dan hetzelfde product dat verkocht wordt in Tsjechië, Slovakije of Hongarije.
Het was Slovakije die deze ‘dubbele standaard’ aanklaagde tijdens de afgelopen Europese Landbouwraad. Het deed dat op vraag van Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Polen en Slovenië. Deze lidstaten hebben verschillen in etikettering en kwaliteit vastgesteld van voedingsproducten van eenzelfde merk, afhankelijk van waar de producten verkocht worden. “De levensmiddelen zijn conform de sanitaire normen, maar de verschillen doen wel vragen rijzen ten aanzien van de consument”, oordelen deze lidstaten.
Dit fenomeen kwam aan het licht nadat Tsjechië een studie liet uitvoeren naar de kwaliteit van voedingsproducten van eenzelfde merk, maar verkocht in vijf verschillende lidstaten: Tsjechië, Slovakije, Oostenrijk, Duitsland en Hongarije. Meer dan de helft van de 30 producten die bemonsterd werden, vertoonden aanzienlijke verschillen in de samenstelling. Zo bevatten chocoladebonbons in Tsjechië en Hongarije palmolie, terwijl het in Duitsland en Slovakije gaat om kokosolie. Een bevroren pizza bevat 17 procent mozzarella in Tsjechië, Slovakije en Hongarije, maar in Oostenrijk gaat het om 22 procent, enz.
De vijf lidstaten hebben aan de Europese Commissie gevraagd om zich over dit dossier te buigen en mogelijke acties te ondernemen, zoals een wetgeving hierover op Europees niveau. De Eurocommissaris die belast is met consumentenzaken, Vera Jourova, liet weten dat ze dit dossier grondig zal onderzoeken vooraleer ze mogelijke maatregelen zal overwegen, want die kunnen een impact hebben op de interne markt.
Bij Belgisch landbouwminister Willy Borsus doen deze verschillen alvast vragen rijzen. “We respecteren de vrijheid van de ondernemingen en van economische transacties, maar het Europees beleid moet billijk zijn voor alle consumenten in de EU. Het is positief dat de Commissie wil onderzoeken wat de juiste omvang is van dit fenomeen”, klinkt het. Hij voegt er wel aan toe dat de Belgische inspectiediensten in dit verband nog geen enkele klacht hebben ontvangen. Wel heeft ons land meegewerkt aan een onderzoek van de Roemeense inspectiediensten die informatie wilden verzamelen om Belgische voedingsproducten te vergelijken met producten van hetzelfde merk die in Roemenië verkocht worden.
