Vlaams landbouwonderzoek bundelt expertise in Agrolink

Op het vlak van landbouwonderzoek zijn WUR in Nederland en INRA in Frankrijk twee klinkende namen. Daar mag voortaan Agrolink Vlaanderen naast gezet worden want de Vlaamse landbouwonderzoekinstellingen – van fundamenteel tot toegepast onderzoek – bundelen hun krachten in dit kennisconsortium. Goed een jaar geleden werd het landbouwonderzoek in Oost- en West-Vlaanderen gestroomlijnd binnen Agrolink. Nu neemt het consortium een doorstart met de steun van 17 onderzoeksinstituten uit heel Vlaanderen. Onder de koepel van Agrolink Vlaanderen worden 3.250 werknemers verenigd, evenals een gezamenlijk omzetcijfer van 136 miljoen euro, meer dan 1.600 lopende projecten en tot 3.000 publicaties op jaarbasis. “Het kleine Vlaanderen kan groot zijn in landbouwonderzoek”, verwoordt Dany Bylemans van het Proefcentrum Fruitteelt de ambities.
9 december 2014  – Laatste update 4 april 2020 15:18
Lees meer over:

Op het vlak van landbouwonderzoek zijn WUR in Nederland en INRA in Frankrijk twee klinkende namen. Daar mag voortaan Agrolink Vlaanderen naast gezet worden want de Vlaamse landbouwonderzoekinstellingen – van fundamenteel tot toegepast onderzoek – bundelen hun krachten in dit kennisconsortium. Goed een jaar geleden werd het landbouwonderzoek in Oost- en West-Vlaanderen gestroomlijnd binnen Agrolink. Nu neemt het consortium een doorstart met de steun van 17 onderzoeksinstituten uit heel Vlaanderen. Onder de koepel van Agrolink Vlaanderen worden 3.250 werknemers verenigd, evenals een gezamenlijk omzetcijfer van 136 miljoen euro, meer dan 1.600 lopende projecten en tot 3.000 publicaties op jaarbasis. “Het kleine Vlaanderen kan groot zijn in landbouwonderzoek”, verwoordt Dany Bylemans van het Proefcentrum Fruitteelt de ambities.

17 onderzoeksinstellingen, 3.250 werknemers, 552 hectare proefvelden, ruim 8 hectare moderne serres, 32.000 m² aan stallen en alle denkbare kwaliteitslabels en accreditaties die nodig zijn voor onderzoek. Aan infrastructuur en slagkracht ontbreekt het Agrolink Vlaanderen niet. Het nieuwe consortium werd maandag aan de KU Leuven gelanceerd.

De andere Vlaamse universiteit met naam en faam inzake landbouw, UGent (faculteit Bio-ingenieurswetenschappen en Diergeneeskunde), was een jaar geleden een samenwerkingsverband aangegaan met het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), de Hogeschool Gent en de praktijkcentra Inagro, Proefcentrum voor Sierteelt (PCS), Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) en het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG).

Nu breidt de krachtenbundeling dus uit naar de rest van Vlaanderen: Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen KU Leuven, Hooibeekhoeve, Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB), Nationale Proeftuin voor Witloof, Proefbedrijf Pluimveehouderij, Proefcentrum Fruitteelt (PCFruit), Proefcentrum Hoogstraten (PCH), Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) en het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT).

Zij stellen hun expertise en infrastructuur als één geheel ter beschikking aan beleidsmakers en ondernemingen uit de agrovoedingsindustrie (toelevering, primaire productie en eerste verwerking). Dit moet de samenwerkingsmogelijkheden met het bedrijfsleven vergroten, investeringen in onderzoek en ontwikkeling aantrekken, inefficiënties door de versnippering van de onderzoekswereld wegnemen en meer slagkracht geven, bijvoorbeeld bij het binnenhalen van Europese projectsubsidies.

“De nieuwe organisatie zal in de eerste plaats een aanspreekpunt zijn, waar elke stakeholder uit de agro-sector terecht kan voor onderzoek en expertise. Dankzij Agrolink Vlaanderen vindt een externe partner met een onderzoeksvraag voortaan zijn weg in de aanwezige expertise”, zegt professor Nadine Buys, plaatsvervangend decaan van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de KU Leuven. Een belangrijke toeleverancier van de landbouw als Bayer lijkt dat alvast te appreciëren. Patrice Duvert, hoofd Landbouwontwikkeling bij Bayer SAS, deed de hoge verwachtingen van de firma uit de doeken.

“Op Vlaams niveau zal er tussen de onderzoeksinstellingen een beetje competitie blijven bestaan, en dat is geen slechte zaak. Op Europees en internationaal niveau willen we daarentegen functioneren als één geheel”, zegt Guido Van Huylenbroeck, decaan van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent. “De samenwerking die onze universiteit al gestart was binnen het landbouwonderzoek bereikt nu een heel nieuw niveau. De 17 partners leggen de middelen samen zodat Agrolink Vlaanderen kan professionaliseren en een loketfunctie krijgt.” Dat vertaalt zich in de aanstelling van een platformcoördinator, in de persoon van Sylvia Burssens die de intentie tot samenwerking voortdurend zal aanwakkeren.

Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege prijst “de moed om samen te werken” en “het overstijgen van de onderlinge competitie”. Ze koestert grote verwachtingen voor Agrolink. Met gepaste trots sprak ze over het initiatief dat de Vlaamse landbouwonderzoekscapaciteit op de kaart zet in binnen- en buitenland. Geen enkel ander beleidsdomein heeft een samenwerkingsverband van deze omvang. Dat overtuigt Schauvliege ervan dat het Vlaamse landbouwonderzoek meer dan ooit zal kunnen meespelen op het Europese en internationale toneel. De Vlaamse regering heeft daar zelf toe bijgedragen door de jongste jaren fors te investeren in een moderne infrastructuur bij de verschillende onderzoeksinstellingen.

“Onze internationale activiteiten ontplooien en synergiën bevorderen”, zo verwoordde Dany Bylemans van het Proefcentrum Fruitteelt kernachtig de toekomstplannen van het Vlaamse landbouwonderzoek. Zijn uiteenzetting leert dat alle facetten en thema’s van het onderzoek afgedekt worden door de verzamelde expertise binnen Agrolink Vlaanderen.

Namens Boerenbond vertolkte Georges Van Keerberghen de verwachtingen van de landbouwsector: “De uitdagingen voor de Vlaamse land- en tuinbouw zijn groot, maar de oplossingen zijn misschien niet zo ver weg als we soms denken. Het Vlaamse landbouwonderzoek moet vooral de problemen uit de landbouwpraktijk blijven oplossen.” Van Keerberghen ziet voor de komende jaren vele onderzoeksthema's: een verminderde afhankelijkheid van grondstoffen (b.v. fosforextractie uit mest), energiezuinige landbouwproductie, lokale plantaardige eiwitproductie, optimaal gebruik van biomassa (pocketvergisters, reststromen voedingsindustrie, enz.), genetisch gemodificeerde gewassen, klimaatverandering (emissiedaling, robuuste gewassen, enz.), bodemkwaliteit, …

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek