Vlaamse landbouw schikt zich naar vergroening GLB

Drie dagen voor Kerstmis trok Vlaams landbouwminister Joke Schauvliege naar Lierde om er haar beleid toe te lichten aan landbouwers en lokale beleidsmakers. Gezien de heuvels die de Vlaamse Ardennen kenmerken, lag het accent op de recente bijsturing van het erosiebeleid. Ook over de vergroening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), meer bepaald de naleving van de nieuwe Europese eisen door Vlaamse landbouwers, viel er belangrijk nieuws te rapen. De drie vergroeningsmaatregelen – aanleg van ecologisch aandachtsgebied, behoud van blijvend grasland en gewasdiversificatie – zijn goed verteerd in de zin dat het snor zit met de naleving. Nog niet alle cijfers zijn voorhanden maar volgens een eerste raming zou de conformiteit in de buurt van 97 procent van alle 22.700 begunstigden van inkomenssteun zitten. “Dat is een pluim waard”, klonk het in Lierde.
23 december 2015  – Laatste update 4 april 2020 15:25
Lees meer over:

Drie dagen voor Kerstmis trok Vlaams landbouwminister Joke Schauvliege naar Lierde om er haar beleid toe te lichten aan landbouwers en lokale beleidsmakers. Gezien de heuvels die de Vlaamse Ardennen kenmerken, lag het accent op de recente bijsturing van het erosiebeleid. Ook over de vergroening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), meer bepaald de naleving van de nieuwe Europese eisen door Vlaamse landbouwers, viel er belangrijk nieuws te rapen. De drie vergroeningsmaatregelen – aanleg van ecologisch aandachtsgebied, behoud van blijvend grasland en gewasdiversificatie – zijn goed verteerd in de zin dat het snor zit met de naleving. Nog niet alle cijfers zijn voorhanden maar volgens een eerste raming zou de conformiteit in de buurt van 97 procent van alle 22.700 begunstigden van inkomenssteun zitten. “Dat is een pluim waard”, klonk het in Lierde.

Dinsdag trok Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege samen met haar kabinetsmedewerkers naar Lierde zodat landbouwers uit eerste hand een antwoord op hun prangende vragen kregen. Dat werd erg op prijs gesteld door de aanwezigen want zij worden de jongste twee jaar bestookt door nieuwe wetten en regels. Denk maar aan het verstrengde erosiebeleid, de hervorming en vergroening van het Europees landbouwbeleid, het vijfde mestactieplan en de natuurdoelstellingen die een aantal veebedrijven klem zetten omdat er ammoniak ontsnapt uit hun stallen die problematisch is als hij neerslaat op waardevolle natuur in de buurt.

Tijdens de infoavond in het hart van de Vlaamse Ardennen focusten de minister en haar kabinet op het erosiebeleid en de vergroening die opgelegd wordt vanuit Europa. Wat het erosiebeleid betreft kon minister Schauvliege een vervroegde evaluatie voorleggen die ondertussen al aanleiding heeft gegeven tot een bijsturing van het Vlaamse erosiebeleid dat in 2014 verstrengd werd. Over de natuurdoelstellingen lichtte ze kort toe dat veel zwaar getroffen (rode) veebedrijven geholpen zijn door de verkleining van de zoekzones voor natuur. Terwijl het flankerend beleid voor de resterende rode bedrijven uitgerold is, beseft de minister dat er voor de oranje bedrijven nog werk aan de winkel is. Schauvliege maakt een prioriteit van begeleiding op maat.

Eerder op de dag werd de pers over de bijsturing van het erosiebeleid uitgebreid ingelicht tijdens een bedrijfsbezoek van de minister in Maarkedal. Later wijden we nog een artikel aan de precieze inhoud van het maatregelenpakket waaruit landbouwers in 2016 kunnen kiezen. Kort citeren we kabinetsmedewerker Lieven Van Waes waar hij uiteenzette wat er verandert en wat niet. “Ook in 2016 zullen landbouwers verplicht hun teelttechniek moeten aanpassen op de (zeer) hoog erosiegevoelige percelen, dat zijn de paars en rood ingekleurde percelen in de verzamelaanvraag. Verwacht nog altijd geen eenvoud/eenheidsworst want het erosiebeleid houdt rekening met de erosiegevoeligheid van de verschillende teelten.”

Landbouwers in de Vlaamse Ardennen en andere heuvelachtige regio’s kijken vooral uit naar wat er wél verandert: het strakke keurslijf van verplichtingen wordt ingeruild voor een breder maatregelenpakket dat een landbouwer beter kan ‘matchen’ met zijn bedrijfsvoering. “We geloven dat er op het terrein meer resultaat geboekt kan worden met iets minder ingrijpende maatregelen die iedereen als haalbaar ervaart”, zegt Van Waes daarover.

Effectgerichte maatregelen zoals grasgangen en -bufferstroken zijn niet nieuw maar van deze symptoom-aanpak zou het nieuwe erosiebeleid volledig afgestapt zijn, ware het niet dat de evaluatie aan het licht bracht dat dit onverstandig zou zijn. Door de bijsturing van het erosiebeleid die de Vlaamse regering op voorstel van minister Schauvliege deze maand goedkeurde, wordt het een én-én-verhaal van bron- en effectgerichte maatregelen. Erosie wordt in eerste instantie op de percelen aangepakt. Stroomt er toch sediment van een perceel, dan wordt dit met grasstroken en aangelegde dammen tegengehouden vooraleer de modder schade kan berokkenen aan wegen, dorpen of waterlopen.

De infoavond in Lierde bracht een dubbele primeur want naast de eerste uitgebreide uiteenzetting over het bijgestuurde erosiebeleid werd de aanwezigen ook de implementatie van de vergroening in Vlaanderen uit de doeken gedaan. Het kabinet van minister Schauvliege hielp eerst het misverstand uit de wereld dat de vergroening niet verplicht zou zijn. Het tegendeel is waar zodat je zou mogen verwachten dat alle begunstigden van inkomenssteun – circa 22.700 landbouwers in Vlaanderen – er aan voldoen. In de wetenschap dat het om nieuwe en complexe regels gaat, is dat in het eerste jaar van de toepassing te hoog gegrepen. Niet de volle 100 procent maar wel 97 procent van de landbouwers voldoet aan de vergroeningseisen.

Het behoud van blijvend grasland werkt nu met een referentieareaal op Vlaams niveau en dat heeft eind 2015 geen vijf procent ingeboet. Landbouwers ontsnappen daardoor aan bijkomende verplichtingen in verband met hun blijvend grasland (scheurverbod en het grasland dat recent omgeploegd werd opnieuw inzaaien, nvdr.). Slechts drie procent van de Vlaamse landbouwers worstelt met de eis om minstens twee of drie gewassen te telen. Eenzelfde klein aantal voldeed niet aan de verplichting om vijf procent van het bouwland groter dan 15 hectare met aandacht voor de natuur in te richten. Alle anderen slaagden er wel in om het zogenaamde ecologisch aandachtsgebied in te passen in hun bedrijfsvoering. Vlaanderen liet dan ook veel mogelijkheden open voor landbouwers.

In de praktijk werd er vaak geopteerd voor een mengsel van groenbedekkers omdat je die hectaren sneller bij elkaar sprokkelt dan de oppervlakten grachten, bufferstroken, akkerranden en houtkanten. Zo gaf de helft van de landbouwers aan dat ze een gracht of sloot onderhouden maar scoort dat in oppervlakte-aandeel niet hoger dan vier procent. Volgens het kabinet van minister Schauvliege hebben waterkwaliteit, erosiebestrijding, biodiversiteit en bestuivers (bijen zijn nog lang actief door het warme najaar) baat bij de vaak kleurrijke mengsels van groenbedekkers. Achter de alleenheerschappij van gele mosterd als (goede en goedkope) groenbedekker lijkt dit jaar een punt gezet. Onder meer bladrammenas en zonnebloemen doken op in Vlaamse velden.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek