Vlaamse landbouwers zien toekomst iets rooskleuriger

Dit voorjaar is de conjunctuurindex van de Vlaamse land- en tuinbouw opnieuw gestegen, van 79 naar 82. Ook in het najaar van 2018 was er al een lichte toename. Bovendien zijn landbouwers ook optimistischer over de toekomstverwachtingen voor de komende zes maanden. Maar achter deze globale verbetering gaat wel een grote variatie schuil. Zo veert de varkenssector sterk op, maar zit de fruitsector in een diep dal. Het meest positief gestemd zijn de groentesector onder glas en de melkveehouderij.
10 april 2019  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:46

Dit voorjaar is de conjunctuurindex van de Vlaamse land- en tuinbouw opnieuw gestegen, van 79 naar 82. Ook in het najaar van 2018 was er al een lichte toename. Bovendien zijn landbouwers ook optimistischer over de toekomstverwachtingen voor de komende zes maanden. Maar achter deze globale verbetering gaat wel een grote variatie schuil. Zo veert de varkenssector sterk op, maar zit de fruitsector in een diep dal. Het meest positief gestemd zijn de groentesector onder glas en de melkveehouderij.

Twee keer per jaar wordt er bij de land- en tuinbouwbedrijven die deel uitmaken van het Vlaams Landbouwmonitoringsnetwerk van het Departement Landbouw en Visserij gepeild naar het ondernemersvertrouwen van de landbouwers. Enerzijds wordt gevraagd hoe ze de afgelopen periode beschouwen en anderzijds wat ze verwachten van de toekomstige periode? De index kan gaan van 0 (alle landbouwers zeer negatief) tot 200 (alle landbouwers zeer positief). Dit gevoel van de landbouwers wordt in de conjunctuurbarometer gelinkt met de marktsituatie.

Voor landbouw wordt de index opgesplitst in vier deelsectoren: akkerbouw, melkvee, vleesvee en varkens. Het meest positief gestemd zijn de melkveehouders, de index stijgt er verder door van 86 naar 90. Op de tweede plaats staan de varkenshouders. Op een half jaar tijd is de index voor deze deelsector toegenomen van 62 tot 84, maar de index van de varkenssector kreeg in 2018 nog een zware klap na de uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij Waalse everzwijnen. Akkerbouwers zijn dan weer lichtjes positiever gestemd: van 76 naar 77. Bij de vleesveehouders daalt de index opnieuw met 1 punt tot 71. Wel geloven ze dat de toekomst betere perspectieven biedt.

De vier tuinbouwsectoren (groenten in openlucht, groenten onder glas, sierteelt en fruitteelt) tonen eveneens een gemengd beeld. Het meest opvallende is de scherpe daling van de index in de fruitteelt. Het is een absoluut dieptepunt voor deze sector sinds de start van de metingen, enkel de index voor de melkveehouderij ging in 2015-2016 nog lager. De droogte en de warmte van de zomer van 2018 hadden een negatieve impact op de kwaliteit. En de overvloedige productie elders in Europa zorgde voor een algemene prijsdaling.

De groentetelers onder glas zijn dan weer een stuk positiever dan zes maanden geleden: de index steeg van 74 naar 97. Voor de groenteteelt in openlucht blijft de index vrij stabiel schommelen rond 81. Het gaat hier om groenten voor de versmarkt, de industriegroenten vallen onder de akkerbouwsector. De siertelers zijn iets minder optimistisch dan een half jaar geleden. De index daalt van 93 naar 89.

Iets minder landbouwers ondervonden de afgelopen zes maanden belemmeringen. Hun aandeel zakt van 85 naar 75 procent. Na een piek van 72 procent in het najaar van 2018 ervaart nu zo’n 38 procent weersomstandigheden als een mogelijke belemmering. Wel neemt het aandeel van de land- en tuinbouwers die financiële problemen als mogelijke belemmering aanduidt toe van 20 naar 27 procent. Groentetelers geven het minste aan met financiële problemen te kampen, varkens- en vleesveehouders het meeste. Afzetproblemen nemen dan weer toe van 17 naar 26 procent. Vooral fruittelers en vleesveehouders zien afzet als een probleem.

Qua investeringen geven Vlaamse land- en tuinbouwers aan het komende jaar iets minder te zullen investeren. Het aandeel landbouwers die investeringen plannen, daalt van 37 naar 33 procent. Dat geeft aan dat boeren toch voorzichtig blijven ondanks het positievere conjunctuurgevoel. Investeringen in nieuwe gebouwen of installaties staan het hoogst op het verlanglijstje van de boer (19%). Iets minder landbouwers geeft aan ook te investeren in nieuwe machines (17%). Opvallend is dat slechts vijf procent grond wil aankopen, terwijl dat zes maanden geleden nog 9 procent was. Het aankopen van productierechten heeft geen prioriteit (2%).

In totaal plant de deelsector melkvee met 44 procent de meeste investeringen. De tweede belangrijkste sector op dit vlak is de sierteelt, die van 49 procent terugvalt naar 41 procent. De varkenssector staat, net zoals vorig jaar, helemaal onderaan met 13 procent. Zowel bij de sector groenten in openlucht als onder glas stijgt het percentage opnieuw tot respectievelijk 19 en 34 procent. Voor investeringen in de fruitsector daalt het percentage van 53 naar 34 procent, wellicht als gevolg van de sterk verslechterde marktomstandigheden.

Meer informatie: De Vlaamse landbouwconjunctuurindex voorjaar 2019

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek