Vlaamse melkveehouders leverden een nog beter product

De analyseresultaten van de verschillende parameters waarop melk getest wordt, wijzen uit dat de melkkwaliteit gestaag blijft verbeteren. Die blijde boodschap verspreidde het Melkcontrolecentrum (MCC) Vlaanderen tijdens zijn algemene vergadering in Het Craywinckelhof te Lubbeek. Daardoor blijft 97,3 procent van de melkveebedrijven zonder ‘strafpunten’. Enige domper op de vreugde is de stijging van het aantal leveringsverboden naar 94, wat wijst op een kleine groep bedrijven voor wie de hedendaagse kwaliteitsstandaard voor melk te hoog gegrepen lijkt.
31 maart 2014  – Laatste update 14 september 2020 14:25
Lees meer over:

De analyseresultaten van de verschillende parameters waarop melk getest wordt, wijzen uit dat de melkkwaliteit gestaag blijft verbeteren. Die blijde boodschap verspreidde het Melkcontrolecentrum (MCC) Vlaanderen tijdens zijn algemene vergadering in Het Craywinckelhof te Lubbeek. Daardoor blijft 97,3 procent van de melkveebedrijven zonder ‘strafpunten’. Enige domper op de vreugde is de stijging van het aantal leveringsverboden naar 94, wat wijst op een kleine groep bedrijven voor wie de hedendaagse kwaliteitsstandaard voor melk te hoog gegrepen lijkt.

Reeds in 1947 is men gestart met melkkwaliteitsbepaling in Vlaanderen en zoals we de wettelijk verankerde kwaliteitsanalysen vandaag kennen, bestaan ze ook al een halve eeuw. In 2013 analyseerde MCC Vlaanderen de melk van 5.106 Vlaamse melkveebedrijven die aan 17 zuivelfirma’s in Vlaanderen, Wallonië, het Duitstalig landsgedeelte of zelfs één verwerker in Duitsland leverden. Een kleiner deel van de melk was bestemd voor 41 zogenaamde ‘speciale kopers’. Dat zijn bijvoorbeeld bakkerijen die een bescheiden hoeveelheid melk rechtstreeks bij een boer in de buurt kopen en daarvoor zelf een staal voor analyse moeten indienen bij MCC.

Hoewel het aantal melkveebedrijven in dalende lijn zit (-2,9% in 2013), steeg het aantal geleverde liters melk met ongeveer vijf procent naar 2,126 miljard liter melk. “In 2014 zullen we voor het eerst met minder dan 5.000 leveraars zijn”, voorspelt MCC-voorzitter François Achten ietwat treurig. Een vaststelling die niet zonder gevolg is voor de organisatie want dan daalt ook het aantal boeren dat maandelijks bijdraagt en het financiële plaatje bij MCC doet kloppen. Daarom zal de vergoeding in de toekomst afhankelijk gemaakt worden van de dienstverlening zodat het aantal staalnamen meer bepalend wordt in de kostprijs voor de boer. Besparen op de werkingskosten blijft een uitdaging en voorzichtig wordt er nagedacht over een financiële bijdrage vanwege de kopers van de melk, die er net zoals de leveraars belang bij hebben dat streng toegezien wordt op de kwaliteit van de melk.

Terug naar de melkkwaliteitsbepaling, waarvoor in 2013 bijna 705.000 staalnamen gebeurden. Directeur Luc De Meulemeester geeft uitleg bij de resultaten: “Het kiemgetal blijft status quo, maar toont op langere termijn een gunstige evolutie. Het celgetal verbeterde om uit te komen op een jaargemiddelde van 213.800 per ml melk. Onder de 200.000 blijven, is het doel dat we voor ogen hebben. 40 procent van de melkmonsters zit daar reeds onder en 92,7 procent blijft onder de grens van 400.000. Voor kiemgroeiremmende substanties (lees: antibiotica) leverde 99,96 procent van de analyses een gunstig resultaat op. Wordt er uitzonderlijk een boete van het melkgeld afgetrokken, dan zijn quasi steeds bèta-lactam-antibiotica de oorzaak.”

Ook voor het coligetal, de vriespuntbepaling en de filtratieproef kan De Meulemeester een verdere verbetering aantonen. Verwittigingen aan het adres van de melkveehouder gaan het vaakst over een te hoog cel- of coligetal. De globaal goede resultaten weerspiegelen zich dan ook in het aantal ‘strafpunten’ dat in 2013 uitgedeeld werd en tot een korting van het melkgeld leidde. 97,3 procent van de bedrijven produceerde in 2013 melk zonder daarbij steken te laten vallen inzake kwaliteit die hen strafpunten zouden kosten. Eigenaardig genoeg steeg het aantal leveringsverboden vanwege ernstige kwaliteitsproblemen met ongeveer 10 naar 94, over een gans jaar gespreid. Het gaat om melkveebedrijven wiens melk pas opnieuw toegelaten wordt in de voedselketen wanneer zij het desbetreffende probleem weer onder controle hebben. “Het lijkt erop dat de kwaliteitsproblemen zich vooral situeren bij een kleine groep hardleerse bedrijven”, aldus De Meulemeester.

In zijn terugblik op 2013 stelt voorzitter François Achten vast dat het aantal MPR-stalen (melkproductieregistratie, nvdr.) is toegenomen, maar nog te weinig gebruikt wordt door Vlaamse melkveehouders gelet op de vele info die het verschaft over de gezondheid van koeien. “Melkproductieregistratie kan bijdragen aan een verminderde inzet van antibiotica in de melkveehouderij”, aldus Achten, “want het selectief droogzetten van de veestapel is onmogelijk zonder MPR die aantoont welke resistenties tegen antibiotica op het bedrijf aanwezig zijn.”

In dat verband werd door De Meulemeester ook een woordje uitleg gegeven bij het mastitisonderzoek. Duizenden staalnamen bevestigden dat (sub)klinische uierontsteking op heel wat melkveebedrijven voor gezondheidsproblemen bij de koeien zorgt. Antibioticaresistentie van meestal aan de omgeving gebonden kiemen maakt het extra lastig om de melkproductie in alle kwartieren van de uier weer op gang te krijgen. MCC Vlaanderen werkt dan ook samen met het kenniscentrum AMCRA dat zich inzet voor minder antibioticagebruik in de veehouderij om het resistentieprobleem te verkleinen.

Meer info: Jaarverslag 2013 MCC Vlaanderen

Bron: eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek