VN bang voor wereldwijde voedselcrisis door coronavirus

Er bestaat een risico op een voedseltekort op de wereldmarkt door verstoringen in de internationale handel en de voedselbevoorrading die te maken hebben met COVID-19, zo hebben de voorzitters van twee agentschappen van de Verenigde Naties (VN) en van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) gewaarschuwd.

Miljoenen mensen wereldwijd zijn voor hun voedselzekerheid afhankelijk van internationale handel. Nu landen maatregelen nemen om de coronapandemie een halt toe te roepen, moet de impact op de voedselvoorziening, de voedselzekerheid en de wereldhandel tot een minimum beperkt worden.

 

"De onzekerheden in verband met de beschikbaarheid van voedsel kunnen een golf van exportbeperkingen veroorzaken, die op haar beurt een tekort op de wereldmarkt teweegbrengt”, zeggen de Chinees Qu Dongyu, die de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) leidt, de Ethiopiër Tedros Adhanom Ghebreyesus, algemeen directeur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), en de Braziliaan Roberto Azevedo, het hoofd van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), in een gezamenlijke mededeling. “Dergelijke reacties kunnen het evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van voedsel verstoren, wat kan leiden tot prijspieken en een grotere prijsvolatiliteit. We hebben uit eerdere crisissen geleerd dat zulke maatregelen vooral schadelijk zijn voor landen met een laag inkomen en met een voedseltekort en voor de inspanningen van humanitaire organisaties om voedsel te verschaffen aan mensen in nood.”

 

Voor de drie organisaties, die gezondheid, voedsel en wereldhandel onder hun hoede hebben, is het belangrijk om de handel te verzekeren en in het bijzonder om voedseltekorten te vermijden, zo staat te lezen in de tekst. Ze benadrukken het belang van internationale samenwerking. “Te midden van de COVID-19 lockdowns moet alles in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat de handel zo vrij mogelijk verloopt, met name om voedselschaarste te voorkomen”, klinkt het.

 

De organisaties maken zich onder meer zorgen over de vertraging van het verkeer van de arbeiders uit de landbouw- en voedselindustrie, waardoor er onder andere een tekort ontstaat van seizoensarbeiders, wat heel wat landbouw in het Westen blokkeert. Ook de vertraging aan de grenzen voor containers met goederen die daardoor bederven en verspild worden, wekt ongerustheid.

 

Ze benadrukken ook de nood aan bescherming van de werknemers van de voedselproductie, van de arbeiders in de voedselverwerking en distributie, om de verspreiding van het virus in de sector te verkleinen en de ketens van de voedselbevoorrading in stand te houden.

 

“Het is nu tijd om solidariteit te tonen, verantwoordelijk te handelen en ons te houden aan ons gemeenschappelijke doel om de voedselzekerheid, de voedselveiligheid te verbeteren en het algemene welzijn van de mensen in de hele wereld te verhogen”, besluiten ze. “We moeten ervoor zorgen dat onze reactie op COVID-19 niet onbedoeld leidt tot ongerechtvaardigde tekorten aan essentiële producten en honger en ondervoeding verergert.”