Voedselprijs beïnvloedt economie meer dan olieprijs

Het is een algemene veronderstelling dat de olieprijzen een groot effect hebben op de economische groei. Nochtans blijkt uit een onderzoek van UGent-economen Jasmien De Winne en Gert Peersman dat de voedselprijzen veel meer invloed hebben op de economie dan de prijs van olie. De verklaring zou te vinden zijn bij het feit dat mensen er vanuit gaan dat voedselprijzen stabiel zijn en een stijging dus loonsonderhandelingen teweegbrengt. Een verandering in de olieprijs wordt eerder als een tijdelijk fenomeen gezien.
20 september 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:36
Lees meer over:
Het is een algemene veronderstelling dat de olieprijzen een groot effect hebben op de economische groei. Nochtans blijkt uit een onderzoek van UGent-economen Jasmien De Winne en Gert Peersman dat de voedselprijzen veel meer invloed hebben op de economie dan de prijs van olie. De verklaring zou te vinden zijn bij het feit dat mensen er vanuit gaan dat voedselprijzen stabiel zijn en een stijging dus loonsonderhandelingen teweegbrengt. Een verandering in de olieprijs wordt eerder als een tijdelijk fenomeen gezien.
Olieprijzen mogen dan wel volatieler zijn, ook voedselprijzen maken grote sprongen. Zo verdubbelde de graanprijs tussen 2002 en 2011, om daarna opnieuw met 50 procent te dalen. Volgens De Winne en Peersman is het effect op de economische groei niet te onderschatten. Ze baseerden zich op cijfers uit de Verenigde Staten, waaruit naar voor kwam dat de Amerikaanse economische groei met 0,5 procent daalde tijdens de crisis van 2008, ten gevolge van de prijsstijging van voedingsmiddelen. In 2003 gebeurde het omgekeerde: de economie groeide met 1,7 procent, dankzij dalende grondstofprijzen.
 
Peersman verklaart het fenomeen als volgt: “'Voedselprijzen wakkeren de inflatie harder aan. Als de olieprijzen stijgen, dan stijgen de energieprijzen. Maar als voedsel duurder wordt, onderhandelen mensen hogere lonen”. Bij olie doen ze dat niet omdat ze verwachten dat de olieprijzen snel opnieuw zullen dalen. De hogere inflatie leidt ertoe dat de centrale banken hun rente wat verhogen, waardoor de economie nog verder de dieperik ingaat. “Bovendien gaan mensen door duurdere voeding nauwelijks minder eten. Maar ze beknibbelen wel op duurzame goederen, zoals een wasmachine, een smartphone of een auto”, legt Peersman uit. “Dat werkt dan weer ontslagen in de hand. Daarom blijven de gevolgen van een prijsschommeling lang doorwerken, tot wel twee jaar na de initiële prijsschommeling.”

Moet voeding dan nog goedkoper worden, terwijl de landbouw al op zijn tandvlees zit? Zo simpel is het niet volgens Peersman: “De oogsten zijn wereldwijd, dus is het niet eenvoudig om kunstmatig te interveniëren. Als je kunstmatig de productie verhoogt, zal er ergens anders minder geproduceerd worden. En een subsidiebeleid is niet evident, zoals de Europese Unie aantoonde”. De economen pleiten eerder voor een beperking van de volatiliteit van de voedingprijzen. “Dat kan door import- of exportbarrières in te voeren, die de internationale prijsschommelingen afzwakken, of bij voorkeur door internationale samenwerking en informatiedeling.”

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek