Vrouwelijk talent blijft onderbenut op het platteland

In Vlaanderen wordt 11 procent van de landbouwbedrijven geleid door een vrouw en zijn in totaal 18.000 vrouwen werkzaam in de sector, meestal als meewerkende echtgenote. Elders in Europa hebben vrouwen vaker de touwtjes in handen op de boerderij, want zijn er gemiddeld 30 procent vrouwelijke bedrijfsleiders, maar hinkt de wetgeving achterop wat hun sociaal statuut betreft. Het is aan de nationale wetgevers om daar wat aan te doen, maar het Europees Parlement schept alvast het ‘politieke momentum’ met een breed gedragen resolutie. Vrouwelijk ondernemerschap aanmoedigen begint met het erkennen van de onzichtbare taken die meewerkende echtgenoten op een landbouwbedrijf vervullen maar, zo zegt Europarlementslid Hilde Vautmans, er is meer nodig.
18 april 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:39
Lees meer over:

In Vlaanderen wordt 11 procent van de landbouwbedrijven geleid door een vrouw en zijn in totaal 18.000 vrouwen werkzaam in de sector, meestal als meewerkende echtgenote. Elders in Europa hebben vrouwen vaker de touwtjes in handen op de boerderij, want zijn er gemiddeld 30 procent vrouwelijke bedrijfsleiders, maar hinkt de wetgeving achterop wat hun sociaal statuut betreft. Het is aan de nationale wetgevers om daar wat aan te doen, maar het Europees Parlement schept alvast het ‘politieke momentum’ met een breed gedragen resolutie. Vrouwelijk ondernemerschap aanmoedigen begint met het erkennen van de onzichtbare taken die meewerkende echtgenoten op een landbouwbedrijf vervullen maar, zo zegt Europarlementslid Hilde Vautmans, er is meer nodig.

Op de meeste landbouwbedrijven is de bedrijfsleider een man, maar net zo vaak weet hij zich gesteund door zijn echtgenote. Ook in de gevallen dat zij het bedrijf niet samen uitbaten, rekenen landbouwers op hun levenspartner. Echtgenotes die instaan voor het huishouden en de kinderen of een job buitenshuis hebben, steken vaak nog een handje toe op de boerderij. Hulp die vaak onontbeerlijk is voor het goed functioneren van de onderneming. In een resolutie die veel steun genoot, ijvert het Europees Parlement voor meer waardering voor de belangrijke rol die vrouwen vervullen op boerderijen en meer in het algemeen op het platteland.

Vrouwelijk ondernemerschap wordt niet altijd voldoende naar waarde geschat. De loon- en pensioenkloof en het gebrek aan voorzieningen op het platteland vormen een hardnekkig probleem in een aantal lidstaten. Zonder kinderopvang komt de zorg voor de kinderen meestal bij de vrouw terecht en rest hen geen tijd voor zelfstandig ondernemen of een job buitenshuis. In plattelandsregio’s had in 2009 slechts zes op de tien vrouwen tussen 20 en 64 een job. Vaak zijn hun kansen op tewerkstelling klein. In de landbouwsector waren vrouwen in 2014 goed voor 35 procent van de arbeidstijd: bijna 54 procent van het deeltijds werk en bijna 31 procent van de voltijdse arbeid.

Wetgeving kan belemmerend werken zodat het Parlement de Commissie oproept om de bestaande wetgeving te toetsen op mogelijke discriminatie van vrouwen die leven en werken op het platteland. In het rapport wordt Frankrijk als goed voorbeeld gegeven van een land dat het statuut van de meewerkende echtgenoot op (landbouw)bedrijven goed voor elkaar heeft. “Ook België had als voorbeeld niet misstaan”, zegt Europarlementslid Hilde Vautmans (Open Vld). “Al kan het altijd beter want nu heel wat landbouwfamilies inkomenszekerheid zoeken buiten de landbouw draaien vrouwen dubbele shiften. Naast de job buitenshuis blijven ze belast met de huishoudelijke taken en de ‘onzichtbare’ taken op de boerderij zoals de administratie.”

Voor de buitenwereld en voor de wetgever is dat amper merkbaar als de vrouw geen mede-eigenaar is van de boerderij met als gevolg dat men zich uitsluitend richt tot de bedrijfsleider. Het arbeidsinkomen verschijnt op de bankrekening van de man, net zoals de Europese inkomenssteun. Slechts 19 procent van de begunstigden van investeringssteun in de landbouw zijn vrouwen. In geval van steunmaatregelen met het oog op diversificatie stijgt hun aandeel naar één op de drie begunstigden. Hoeveel vrouwen landeigenaar zijn, heeft het Parlement niet kunnen achterhalen bij gebrek aan goede statistieken. Een betere toegang tot grond wordt alleszins bijgeschreven op het verlanglijstje, net als eenvoudiger toegang krijgen tot krediet en (landbouw)opleidingen. “Geef vrouwen speciale ondernemerscursussen en financieringsmogelijkheden voor start-ups. Versterk hun competitiviteit in de landbouw en het aan landbouwbedrijven gelieerde plattelandstoerisme”, bepleit het Parlement met oog voor de vele talenten van vrouwen.

Dat meewerkende echtgenotes uit financiële noodzaak een job buitenshuis zoeken, toont volgens Vautmans aan hoe belangrijk het is dat de EU inzet op levensvatbare landbouwbedrijven. Vautmans: “Zestig jaar geleden, bij de ondertekening van het Verdrag van Rome, was landbouw één van de grote items. Inkomenszekerheid voor landbouwers blijft voor mij een belangrijk strijdpunt want we moeten nog heel wat stappen zetten op dat vlak. Zonder vrouwen die een actieve rol opnemen op de boerderijen gaat het familiale karakter van de landbouw voor een stuk verloren. Tijdens bedrijfsbezoeken merk ik dat het vooral de vrouw is die zich afvraagt of het wel verstandig is dat de kinderen het bedrijf overnemen.”

Ondernemende vrouwen steunen in plaats van afremmen, is geen kwestie meer van geesten die moeten rijpen – “op het platteland is veel respect voor vrouwen”, dixit Vautmans – maar van regels die een update verdienen. “We hebben de neiging om de pijnpunten met een Vlaamse bril op te bekijken maar de verschillen binnen Europa zijn groot. Er zijn landen waar de loon- en pensioenkloof tussen mannen en vrouwen nog groeit. En lidstaten waar er op het platteland geen kinder- en ouderenopvang is, terwijl je dat in Vlaanderen in de meest afgelegen plattelandsgemeente vindt.” Ook geweld tegen vrouwen is een hardnekkig probleem dat aandacht krijgt in het rapport.

Het rapport beoogt volledigheid bij het beschrijven van de problematieken, en telt bijgevolg een 15-tal pagina’s. Opvallend is de sterke link die gelegd wordt tussen de rol van vrouwen en multifunctionele landbouw enerzijds en familiale landbouw en kleinschaligheid anderzijds. Driekwart van het werk op landbouwbedrijven gebeurt door de bedrijfsleider of diens familieleden, zo wordt in de verf gezet. “Het Europees Parlement is vanwege de situatie op het terrein in een aantal lidstaten erg begaan met het overleven van kleinschalige landbouwbedrijven”, legt Vautmans uit. Zelf legt ze ook de link tussen dit rapport en de beloofde administratieve vereenvoudiging van het Europees landbouwbeleid, “wat de taken van vrouwen op de boerderij zal verlichten want zij doen vaak de administratie”.

Beeld: KVLV-Agra

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek