Waarom klinkt de roep om helpende handen zo luid?

De coronamaatregelen hebben een grote impact op de land- en tuinbouwsector. Vooral het tekort aan arbeidskrachten – meestal buitenlandse seizoenarbeiders – weegt zwaar op de bedrijven. Want hoe gewoontjes gevulde winkelrekken ook lijken, achter de schermen zijn enorm veel helpende handen aan het werk. De volledige agrovoedingsketen stelt 133.558 mensen te werk (ter vergelijking: de chemische sector klokt af op 150.000 arbeidsplaatsen), als daar plots een deel van wegvalt in het begin van de keten, dan maakt dat een verschil. En dan moet de roep om helpende handen duidelijk klinken.
7 april 2020  – Laatste update 8 april 2020 7:30

De coronamaatregelen hebben een grote impact op de land- en tuinbouwsector. Vooral het tekort aan arbeidskrachten – meestal buitenlandse seizoenarbeiders – weegt zwaar op de bedrijven. Want hoe gewoontjes gevulde winkelrekken ook lijken, achter de schermen zijn enorm veel helpende handen aan het werk. De volledige agrovoedingsketen stelt 133.558 mensen te werk (ter vergelijking: de chemische sector klokt af op 150.000 arbeidsplaatsen), als daar plots een deel van wegvalt in het begin van de keten, dan maakt dat een verschil. En dan moet de roep om helpende handen duidelijk klinken.

Een landbouwer zorgt niet alleen voor ons voedsel, hij zorgt ook voor tewerkstelling. En het hele agrobusinesscomplex (land- en tuinbouwers, toeleveranciers, onderzoekers, handelaars en verwerkers) draait niet alleen om veilig, gezond en vers voedsel in de winkelrekken, het is ook één van de sterke pijlers van onze economie. De toegevoegde waarde van dat agrobusinesscomplex - het verschil tussen de marktwaarde van de producten en de daarvoor ingekochte grondstoffen - bedroeg in 2016 8,3 miljard euro. Dat is ongeveer evenveel als de toegevoegde waarde van de Belgische chemische sector in datzelfde jaar.

Die mooie resultaten komen er natuurlijk niet vanzelf. Achter de cijfers gaan heel wat helpende handen schuil. Niet in het minst op de land- en tuinbouwbedrijven zelf: daar kunnen ongeveer 61.230 mensen aan de slag, dat cijfer omvat dus voornamelijk zelfstandige landbouwers. Als we de inzet van seizoenarbeiders en tijdelijke werknemers naar voltijdse arbeidsplaatsen omrekenen, dan komen daar nog eens 13.241 arbeidsplaatsen bij. Daarmee is de land- en tuinbouwsector goed voor zo’n 42 procent van het aantal arbeidsplaatsen in de Vlaamse agrovoedingsketen.

Siertelers, de aardappelsector, de zuivelsector, de groente- en fruitsector, allemaal lijden ze onder de coronacrisis. En dat zal zich dus laten voelen op twee onlosmakelijk verbonden fronten: zowel in onze winkelrekken als in de hele Belgische economie.

Meer weten over de land- en tuinbouwsector en tewerkstelling? Blader eens door deze twee Veldverkennermagazines: Ssst, hier groeien jobs en Feiten en fabels over food.
 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek