Wat is jonge boer met kennis als hij geen grond heeft?

Toegang tot grond, als er één probleem is waarmee jonge landbouwers worstelen dan is het dit wel. De nood aan kennis is daarentegen veel kleiner dan je zou denken. Jongeren redeneren dat bijscholen altijd nog kan. Dit blijkt uit een ondervraging van meer dan 2.200 jonge landbouwers uit alle EU-lidstaten. De onderzoekers hebben de interviews samengevat tot een rapport van tientallen bladzijden. De Europese Commissie hoeft het rapport maar open te slaan om de noden van jonge boeren en tuinders te kennen.
8 april 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:34
Lees meer over:

Toegang tot grond, als er één probleem is waarmee jonge landbouwers worstelen dan is het dit wel. De nood aan kennis is daarentegen veel kleiner dan je zou denken. Jongeren redeneren dat bijscholen altijd nog kan. Dit blijkt uit een ondervraging van meer dan 2.200 jonge landbouwers uit alle EU-lidstaten. De onderzoekers hebben de interviews samengevat tot een rapport van tientallen bladzijden. De Europese Commissie hoeft het rapport maar open te slaan om de noden van jonge boeren en tuinders te kennen.

De Europese Commissie gaf een groep, hoofdzakelijk Nederlandse, onderzoekers onder leiding van beleidsadviesbureau Ecorys de opdracht om bij jonge landbouwers te peilen naar hun noden. In de 28 lidstaten werden 2.200 landbouwers jonger dan 40 jaar uitgebreid ondervraagd. De resultaten staan in evenveel landenrapporten maar er werd ook een samenvatting van gemaakt. Makkelijk was dat niet want jonge landbouwers staan niet allemaal voor dezelfde uitdagingen. De antwoorden brengen verschillen aan het licht naargelang ze actief zijn in een oude of nieuwe lidstaat en in een welvarende of arme regio, naargelang de aard van hun activiteit, hun opleidingsniveau en naargelang ze eigenaar zijn van de boerderij of niet.

Het rapport behoedt de Europese Commissie van de fout om te veralgemenen want een jonge Roemeense boer werkt in totaal andere omstandigheden dan zijn West-Europese collega. Illustratief voor de verschillen is dat lang niet alle jongeren overtuigd zijn dat een landbouwer tegenwoordig ook ondernemer moet zijn en iemand met kennis van marketing, communicatie, netwerken en boekhouding. In eigen land wordt de boeren van morgen nochtans op het hart gedrukt dat een landbouwer tegenwoordig een ondernemer is en stielkennis alleen niet volstaat. Elders in Europa zijn er best nog veel jongeren die hun boerderij op traditionele wijze uitbaten, weinig zin hebben in verandering en geen oor hebben naar financieel-economische kengetallen en dure marketingbegrippen.

De grootste gemeenschappelijke deler van jonge landbouwers lijkt hun moeilijke zoektocht naar grond. Bijna 61 procent van de respondenten ervaart de aankoop van grond als het grootste probleem waartegen ze opbotsen. Ook grond vinden om te huren, ervaart 57 procent als bijzonder problematisch. Oorzaken zijn wetgeving en taksen, erfrecht en hoge grond- en huurprijzen. Er tekent zich een verschil af naargelang de sector waarin men actief is. Melkveehouders en akkerbouwers liggen bijvoorbeeld meer wakker van grond dan een leeftijdsgenoot die actief is in een gespecialiseerde en intensieve teelt. Denk bijvoorbeeld aan de jonge olijfboer die om te beginnen al minder grond nodig heeft en hem waarschijnlijk ook duurder kan betalen.

Meer dan een derde van de jonge landbouwers ziet problemen opdoemen wanneer het over toegang tot krediet en subsidies gaat. Over grond en geld verschillen jonge landbouwers uit de 13 oude en 15 nieuwe lidstaten nauwelijks van mening. De zorgen omtrent capabele arbeidskrachten, seizoenarbeiders, geschikte machines en deskundig advies zijn anders en in Oost-Europa duidelijk groter.

Ontnuchterend is dat de jonge generatie niet erg wakker ligt van kennisvergaring. Ze redeneren dat bijscholen altijd nog mogelijk is zodat andere noden urgenter zijn. Jonge landbouwers met een hogere opleiding zijn wel leergieriger. Een starter die op informatie uit is, klopt eerst en vooral aan bij collega-landbouwers. In tweede en derde instantie consulteert hij een landbouworganisatie en een adviseur. Jongeren zien ook internet en uitwisselingsreizen als belangrijke bronnen van informatie.

Eigenlijk zijn jonge landbouwers best conservatief in hun zoektocht naar informatie want beurzen, velddemonstraties en vakbladen scoren veel beter dan een internetcursus of digitaal forum. Als ze op zoek gaan naar informatie – tijd is vanzelfsprekend het probleem –, dan is dat vooral om zich verder te bekwamen in het werk op het veld of in de stal. Opnieuw lijken ondernemersvaardigheden miskend te worden.

Het rapport bevat voor elk probleem dat jonge landbouwers ervaren aanbevelingen voor Europa om er iets aan te doen. Voor de toegang tot grond is dat allesbehalve evident omdat het om een nationale materie gaat die weinig ruimte laat voor EU-maatregelen. De onderzoekers doen toch enkele voorstellen omdat grond voor jonge landbouwers veel belangrijker blijkt dan kennis. Zo zou Europa de grondmobiliteit kunnen bevorderen door op lokaal niveau grondenbanken te promoten, of initiatieven waar landeigenaars en potentiële gebruikers elkaar kunnen ontmoeten.

Meer info: Need of EU young farmers

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek