Waterwegen openen perspectief voor mesttransport

Met behulp van Europese cofinanciering heeft de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) van West-Vlaanderen een pilootproject gelanceerd voor het vervoer van bodemverbeteraars via de binnenvaart. In december werd voor het eerst een lading van 343 ton bodemverbeteraars naar het Noord-Franse Péronne verscheept. Als de schepen ook op de terugweg worden volgeladen, dan wordt het watertransport meer dan 10 procent goedkoper dan het wegtransport.

Worden binnenkort schepen ingeschakeld om de Vlaamse mestoverschotten uit te voeren naar het buitenland? Als het van de POM West-Vlaanderen afhangt wel. In december organiseerde het vanuit de pas heropende River Terminal in Wielsbeke een transport van 343 ton bodemverbeteraars naar het Noord-Franse Péronne via het Watertruck concept, een nieuw navigatieconcept met een aangepaste duwboot en duwbakken.

In samenwerking met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) wil de POM bekijken in hoeverre het interessant is om mesttransport naar onder meer Noord-Frankrijk te organiseren via het binnenvaartplatform Roeselare-Izegem. Momenteel wordt liefst 500.000 ton gedroogde mest en digestaat over de weg vervoerd naar Frankrijk, het potentieel is dus groot. Bovendien zou er door de geografie van de Noord-Franse vaarwegen een bijkomende potentiële afzetmarkt kunnen gecreëerd worden van tussen de 50.000 en 75.000 ton op jaarbasis.

Het experiment smaakt alvast naar meer, zo klinkt het bij de POM: "Zowel juridisch als technisch-operationeel zijn er geen problemen bij het vervoeren van bodemverbeteraars via de binnenvaart in vergelijking met de weg." Ook financieel-economisch is het verhaal interessant, op voorwaarde dat er ook een retour is waarbij minstens de helft van de capaciteit van de duwbakken wordt benut. Als er geen retour is, blijkt het transport via de binnenvaart niet competitief ten opzichte van het wegtransport.