West-Vlamingen maken 8 op 10 Belgische landbouwmachines

Acht op de tien Belgische landbouwmachines is ‘made in West-Vlaanderen’. Dat blijkt uit het nieuwe themanummer van het economisch tijdschrift West-Vlaanderen Werkt, dat de provincie op maandag 13 maart uitbrengt. Daarin staat de agrotech-sector centraal die in de kustprovincie uit een 20-tal bedrijven bestaat. De twee grootsten, New Holland en Packo, opereren vanuit Zedelgem. In Roeselare zijn de twee snelst groeiende bedrijven actief: AVR en Dewulf die zich beiden toeleggen op aardappelmechanisatie. Deze dynamische sector creëerde ruim 200 extra jobs in de moeilijke periode 2010-2015. In de jongste drie jaren investeerden zij samen circa 100 miljoen euro.
9 maart 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:39
Lees meer over:

Acht op de tien Belgische landbouwmachines is ‘made in West-Vlaanderen’. Dat blijkt uit het nieuwe themanummer van het economisch tijdschrift West-Vlaanderen Werkt, dat de provincie op maandag 13 maart uitbrengt. Daarin staat de agrotech-sector centraal die in de kustprovincie uit een 20-tal bedrijven bestaat. De twee grootsten, New Holland en Packo, opereren vanuit Zedelgem. In Roeselare zijn de twee snelst groeiende bedrijven actief: AVR en Dewulf die zich beiden toeleggen op aardappelmechanisatie. Deze dynamische sector creëerde ruim 200 extra jobs in de moeilijke periode 2010-2015. In de jongste drie jaren investeerden zij samen circa 100 miljoen euro.

In het tijdschrift ‘West-Vlaanderen Werkt’ staat de sector van ontwerpers en producenten van machines en elektromechanische uitrusting voor land- en tuinbouw, of kortweg de agrotech-sector, centraal. De provincie West-Vlaanderen werkte de publicatie uit in samenwerking met sectornetwerk Agreon, dat onderdeel is van het West-Vlaamse landbouwonderzoeks- en adviescentrum Inagro. De auteurs overdrijven niet wanneer ze stellen dat het zwaartepunt van deze industriële activiteit in West-Vlaanderen ligt. Van de Belgische landbouwmachines wordt namelijk 80 procent in de kustprovincie ontworpen en vervaardigd.

De sector bestaat in West-Vlaanderen uit een 20-tal  grote en kleine bedrijven met bekende namen als Packo en New Holland. Beide grote spelers zijn in handen van buitenlandse multinationals. De snelste groeiers zijn AVR en Dewulf in Roeselare. De middelgrote familiebedrijven situeren zich op de Zuid-West-Vlaamse as Moorslede-Harelbeke-Waregem-Anzegem. Er worden in de sector ruim 3.000 personen tewerkgesteld, met nog eens meer dan 1.000 jobs in de toeleveringsbedrijven. Momenteel staan er 100 vacatures open.

De agrotechnologiebedrijven hebben hun wortels in de landbouwfamilies en smederijen van de eerste helft van de vorige eeuw. Ze worden vandaag meestal geleid door een ondernemer uit de tweede of derde generatie. 85 procent van deze fabrikanten is vandaag nog steeds een familiebedrijf. Onder andere in de deelsectoren ‘ontwerp’ en ‘vervaardiging’ van machines voor aardappelteelt en vlasoogst, behoren de West-Vlaamse familiebedrijven tot de Europese top.

“De West-Vlaamse landbouwmechanisatiecluster zorgt ervoor dat het relatief kleine België op wereldschaal de zevende grootste exporteur is van machines voor land- en tuinbouw”, merkt Gert Van Thillo van sectorfederatie Fedagrim op. Hij schrijft die regionaal sterke ontwikkeling van de sector toe aan de relatief grote thuismarkt, de grote bijdrage die New Holland levert met zijn productieomzet van 469 miljoen euro, het ondernemend voorbeeld van de in 1966 overleden Leon Claeys, het clustereffect, de expansie van de voedingsnijverheid en tot slot, een reden die weinig uitleg hoeft, de West-Vlaamse ondernemersmentaliteit.

Uit een bevraging bij de betrokken bedrijven blijkt dat ze gemiddeld 60 procent van hun producten in het buitenland verkopen, waarvan reeds vijf procent buiten de Europese Unie. Van hun jaarlijkse investeringsbudget gaat 30 tot 50 procent naar innovatie. Vijf bedrijven hebben concrete plannen voor een fysieke uitbreiding van hun huidige bedrijfsgebouwen in West-Vlaanderen. Uit het onderzoek komt evenwel naar voor dat sommige van deze ondernemingen hun verdere expansie laten afremmen door een koppig conservatisme en/of koudwatervrees. Dit omdat ze niet op zoek gaan naar externe managers, en zich niet maximaal internationaal uitrollen. De firma's die niet voor groei en expansie gaan, hebben hier hun eigen beweegredenen voor, of het is vaak ook een bewuste keuze: ze willen de structuur beheersbaar houden of de zaak binnen de familie houden. Het overschrijden van de drempel van de 50 werknemers remt hen ook vaak af.

De West-Vlaamse fabrikanten maken een brede waaier aan machines, rollend materiaal en elektromechanische uitrusting die gebruikt worden bij het ploegen van de velden, het zaaien en planten, het bemesten en sproeien, en het rooien en oogsten van aardappelen, groenten, granen en andere teelten. De high-tech toepassingen die zij fabriceren, spelen vaak een cruciale rol in de transitie van de landbouweconomie naar wat ‘smart farming’ of precisielandbouw genoemd wordt. Deze industriële sector wordt door het provinciebestuur en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen gepromoot als één van de vijf ‘Fabrieken voor de Toekomst’, waartoe ook de voedingssector behoort. De landbouwmachinebedrijven krijgen ondersteuning van Agreon en van POM West-Vlaanderen, het aanspreekpunt voor ondernemerschap in de kustprovincie.

Meer info: Themanummer Agro-mechatronicasector West-Vlaanderen Werkt

Bron: West-Vlaanderen Werkt

Beeld: provincie West-Vlaanderen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek