Zelfde zorgen bij voedingsindustrie in beide landsdelen

Na de bekendmaking van de economische cijfers van de Belgische voedingsindustrie eerder deze maand werd naar aanleiding van de landbouwbeurs in Libramont ingezoomd op het presteren van de sector in Wallonië. De verwerking van landbouwgrondstoffen blijft in de eerste plaats een Vlaamse aangelegenheid. Van de 51,8 miljard euro omzet die de sector in eigen land maakt, komt 8,55 miljard euro op het conto van Waalse voedingsbedrijven. Verder zijn er vooral veel gelijkenissen. Ook onder de taalgrens is de voedingsindustrie de belangrijkste industriële werkgever en maakt men zich zorgen omdat de binnenlandse markt kapot belast wordt en de groeimotor (export) sputtert.
30 juli 2019  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:51
Lees meer over:

Na de bekendmaking van de economische cijfers van de Belgische voedingsindustrie eerder deze maand werd naar aanleiding van de landbouwbeurs in Libramont ingezoomd op het presteren van de sector in Wallonië. De verwerking van landbouwgrondstoffen blijft in de eerste plaats een Vlaamse aangelegenheid. Van de 51,8 miljard euro omzet die de sector in eigen land maakt, komt 8,55 miljard euro op het conto van Waalse voedingsbedrijven. Verder zijn er vooral veel gelijkenissen. Ook onder de taalgrens is de voedingsindustrie de belangrijkste industriële werkgever en maakt men zich zorgen omdat de binnenlandse markt kapot belast wordt en de groeimotor (export) sputtert.

Fevia is dezer dagen niet uit het nieuws weg te slaan. Eerst presenteerde de sectorfederatie de economische jaarcijfers van de Belgische voedingsindustrie met een niet mis te verstane boodschap: de verkoop op de binnenlandse markt valt tegen door een overtal aan belastingen en accijnzen. En export, die altijd al de groeimotor van de sector was, kan dat niet langer compenseren. Aan de hand van GfK-cijfers, waaruit bleek dat veel Belgen de grens oversteken voor voedingsaankopen, werd die boodschap recent kracht bijgezet. Een nieuw signaal aan de beleidsmakers kwam er op de landbouwbeurs van Libramont, bij monde van de voorzitter van Fevia Wallonie Guy Paternoster (Tiense Suiker).

Met een werkgelegenheidsgroei van 2 procent in 2018, waarvan 23.000 directe jobs en 37.000 indirecte jobs, versterkt de Waalse voedingsindustrie nogmaals haar positie als grootste industriële werkgever in Wallonië. Deze evolutie is volgens de sectorfederatie het resultaat van de investeringsgolf van de voorbije jaren en van de maatregelen die werden genomen om loonkosten te doen dalen, zoals de taxshift. Voedingsbedrijven investeerden vorig jaar 457 miljoen euro op Waalse bodem, wat meer dan 30 procent is van de totale industriële investeringen in de regio.

Toch kan je niet onder de vaststelling uit dat de groei van de eerste industriële investeerder én de grootste industriële werkgever van Wallonië stagneert: de Waalse voedingsindustrie ziet namelijk zijn omzetcijfer (8,55 miljard euro, -1,7%) dalen en de export (457 miljoen euro, -0,1%) vertragen. Dat de sector vooralsnog blijft investeren en jobs creëren in de regio, weerhoudt Paternoster er niet van om de alarmbel te luiden. De voorzitter van Fevia Wallonie roept de volgende Waalse regering op tot waardecreatie in plaats van taxatie.

Ondanks een lichte daling van de export (4,26 miljard euro, -0,3%) in 2018, stijgt de verre uitvoer, in het bijzonder naar de Verenigde Staten (+5,8%) en China (23,6%). Voor de eerste keer sinds 2013 kent het globale omzetcijfer van de Waalse voedingsindustrie een lichte daling van 1,7 procent. Dat is voornamelijk te wijten aan een daling in het omzetcijfer van de binnenlandse markt. Fevia blijft op dezelfde nagel kloppen wat de oorzaak betreft: “Een lasagne van accijnzen, taksen en heffingen die onze producten te duur maken in België en die grensaankopen stimuleren.”

Om het tij te keren, rekent Fevia Wallonie op de beleidsmakers maar ook op de landbouwsector: “De link tussen de landbouw en de voedingsindustrie is sterk: niet minder dan 60 procent van de landbouwproducten die de voedingsindustrie gebruikt, komen van Belgische bodem. De uitdagingen die de industrie bedreigen, treffen ook de landbouwwereld. Laten we, samen met onze innovatiepool Wagralim, investeren in productieketens die lokale grondstoffen valoriseren. Dit soort productieketens laten toe om, met een open geest naar de rest van de wereld toe, een antwoord te bieden op de behoeften van de consument en opkomende markten.”

“De nieuwe consumptietrends stimuleren bedrijven om zichzelf aan te passen en heruit te vinden”, aldus Anne Reul, secretaris-generaal van Fevia Wallonie. “Mensen eten niet meer zoals ze dat vroeger deden. Ze willen meer variatie in hun voeding: sommigen onder hen zijn veganistisch, vegetarisch of flexitariër. Producenten die kiezen voor lokale productieketens met een hoge toegevoegde waarde kunnen de grondstoffen hiervoor (bv. erwten) leveren. Een win-win voor onze landbouwers en voedingsbedrijven!” Fevia Wallonie vraagt om een beleidskader dat zulke samenwerkingen aanmoedigt en wil samen met de andere actoren uit de voedingsketen betrokken worden bij de plannen voor een duurzaam voedingssysteem in Wallonië.

Beeld: Fevia

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek