Aardappeljaar 2017 brengt recordoogst

De North-Western European Potato Growers (NEPG) voorspelden eind september een aardappeloogst in Noordwest-Europa van 27,9 miljoen ton en stellen die prognose nu bij naar boven tot 28,9 miljoen ton. Dat is liefst 17,7 procent meer dan vorig jaar, dat letterlijk in het water viel. Voor België zou het bijna om een kwart meer gaan dan in 2016. Die productiestijging voedt de flinke volumegroei die er volgens sectororganisatie Belgapom in de verwerking ook dit jaar weer zit aan te komen.
6 november 2017  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:42
Lees meer over:

De North-Western European Potato Growers (NEPG) voorspelden eind september een aardappeloogst in Noordwest-Europa van 27,9 miljoen ton en stellen die prognose nu bij naar boven tot 28,9 miljoen ton. Dat is liefst 17,7 procent meer dan vorig jaar, dat letterlijk in het water viel. Voor België zou het bijna om een kwart meer gaan dan in 2016. Die productiestijging voedt de flinke volumegroei die er volgens sectororganisatie Belgapom in de verwerking ook dit jaar weer zit aan te komen. 

28,9 miljoen ton. Dat is het bijgestelde cijfer dat de NEPG naar voor schuift voor de aardappelcampagne van dit jaar, of precies 1 miljoen ton meer dan bij de vorige prognose. Ook al moet nog 10 procent gerooid worden, volgens Romain Cools van Belgapom gaat het om een accurate schatting. “Behalve in het Verenigd Koninkrijk - waar sowieso weinig vorst voorkomt - zal in de meeste landen zo goed als alles gerooid zijn”, zo klinkt het. “Bovendien zijn er door de grote oogst toch te veel aardappelen, met een sterk neerwaarts effect op de aardappelprijs. Er zullen met andere woorden heel wat percelen waar de kwaliteit minder is niet meer gerooid worden.” In Nederland gaat de opbrengst in vergelijking met vorig jaar 21 procent naar omhoog, in Frankrijk en Duitsland 20 procent en in ons land zelfs met bijna 25 procent.

“Die recordoogst heeft enerzijds natuurlijk te maken met een areaaluitbreiding, anderzijds blijkt dat de droogte niet voor de catastrofale gevolgen heeft gezorgd die door sommigen in juni werden voorspeld”, gaat Cools verder. “Al moeten we er ook wel bij zeggen dat de droogte niet helemaal ongemerkt is gepasseerd. De aardappels hebben er wel degelijk stress door ondervonden, waardoor we vooral bij de Bintjes toch merken dat de kwaliteit hier en daar wat minder is. Van heel wat boeren hoorde ik daarnaast dat ze de teelt dit jaar hebben aangevat met een bodem in uitstekende conditie, wat natuurlijk ook een heel belangrijke rol speelt voor de plant om met de hittestress om te gaan.”

“Aansluitend. Hier en daar duiken bewaringsproblemen op”, aldus Cools. “Maar we verwachten niet dat ze van die aard zijn dat ze voor grote tekorten gaan zorgen en dus een effect op de prijs zullen hebben. Al weet je natuurlijk nooit. Maar vergeet niet dat er de voorbije jaren heel veel geïnvesteerd is in moderne bewaarinfrastructuur en dat landbouwers de juiste bewaartechnieken meer en meer onder de knie krijgen. Wat de prijs betreft merken we trouwens dat er voor dit jaar historisch veel contracten zijn gesloten aan best hoge prijzen. Dat gebeurt gewoonlijk via tonnencontracten die de telers vrijlaten om hun surplus vrij te verkopen, terwijl de hectarecontracten in Nederland meestal een meeleverplicht bevatten.”

Het lijkt met andere woorden een quasi zekerheid dat de aardappelverwerkende industrie na een volumestijging in 2016 met meer dan 10 procent op weg is naar een nieuw volumerecord? “Wel, we hebben steeds gezegd dat we tegen 2018 de kaap van de 4,5 miljoen ton aardappelen als grondstof zouden ronden, en het ziet het er naar uit dat we dat cijfer dit jaar zullen halen. De volgende mijlpaal - 5 miljoen - komt in zicht. Waar het eindigt is moeilijk te voorspellen, maar aan alles zijn natuurlijk grenzen en ik betwijfel of er op het aardappelareaal nog veel rek zit, rekening houdend met de rotatieplicht.”

Een blik tenslotte op de internationale markt. “We verloren in 2016-2017 door een lagere gemiddelde opbrengst en hoge vrije marktprijzen een beetje terrein op de Nederlanders en de Noord-Amerikanen, maar we zijn wereldwijd nog steeds de grootste exporteur”, besluit Cools. “We stellen vast dat Polen het Verenigd Koninkrijk de facto heeft vervangen in de zogenaamde big 5 (naast België, Nederland, Duitsland en Frankrijk, red.). Zuid-Amerika is en blijft een belangrijke afzetmarkt voor de Europeanen, al verstoren de procedure in Brazilië en recent ook in Colombia natuurlijk wel de exportdynamiek. Het Midden-Oosten met vooral Saudi-Arabië blijft heel belangrijk, net als de opkomende economieën in Zuidoost-Azië, waar we onder meer met VLAM sterk promotie voeren.”

In samenwerking met: Boerderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek