Pocketvergister vindt ingang bij brede landbouw

Biogas-E, het Vlaamse kenniscentrum voor de biogassector, heeft zijn voortgangsrapport gepubliceerd met een overzicht van de biogassector in 2018. Nieuw is de innovatiebarometer waaruit blijkt dat de sector zich klaarstoomt voor de productie van biomethaan, het groene alternatief voor aardgas. Een opmerkelijke trend is dat de kleinschalige pocketvergister zijn ingang vindt in andere landbouwsectoren dan melkvee.
10 oktober 2019  – Laatste update 14 september 2020 14:52
Lees meer over:
Biogas-E, het Vlaamse kenniscentrum voor de biogassector, heeft zijn voortgangsrapport gepubliceerd met een overzicht van de biogassector in 2018. Nieuw is de innovatiebarometer waaruit blijkt dat de sector zich klaarstoomt voor de productie van biomethaan, het groene alternatief voor aardgas. Een opmerkelijke trend is dat de kleinschalige pocketvergister zijn ingang vindt in andere landbouwsectoren dan melkvee.
In 2018 bedroeg de totale groene stroomproductie uit grootschalige biogasinstallaties 807 GWh, zo blijkt uit het jaarlijkse rapport van Biogas-E. Na een lichte daling in 2017 komt de productie hiermee opnieuw op pijl. Naast groene stroom produceert de biogassector ook groene warmte die in 2018 goed was voor 945 GWh. De laatste vier jaar wordt een stagnatie opgetekend van deze productie.
 
Begin dit jaar lanceerde Biogas-E de innovatiebarometer, een bevraging bij de Vlaamse biogasinstallaties over de toekomstplannen en innovaties. Twee derde gaf aan dat biomethaan mogelijks een interessante toekomstpiste is op voorwaarde dat er exploitatiesteun en handelsgaranties gegeven worden. Een tweede prioriteit die uit de bevraging naar voren kwam is de nood om de CO2-emmissiereducties in kaart te brengen. Het flexibel aansturen van de WKK-motor, warmte-uitwisseling met bedrijven, algenkweek op digestaat en digestaatopslag behoren bij de thema’s voor de komende jaren.
 
In november 2018 werd het eerste opgewaardeerde biomethaan in Vlaanderen geproduceerd en geïnjecteerd in het aardgasnet. De achterstand die Vlaanderen hier heeft, tegenover de ons omringende landen, zoals Nederland, is groot. Een inhaalbeweging is noodzakelijk en wordt in de volgende jaren een belangrijk werkpunt.
 
De agro-industriële vergisters vormen veruit de belangrijkste groep van biogasproducenten in Vlaanderen. Deze vergisters verwerken voornamelijk mest en organisch-biologische afvalstromen. In 2018 waren 40 grootschalige installaties (≥ 200 kWe) actief, eentje meer dan in 2017.
 
Van die 40 agro-industriële vergisters zijn een deel uitgerust met een installatie voor de scheiding van het ruwe digestaat, een droog- of indampinstallatie of een eigen biologische installatie voor de verwerking van stikstof aanwezig in digestaat. Dit bewijst dat de sector investeert in de verwerking van digestaat en digestaatproducten en hiermee bijdraagt aan de verlaging van de mestdruk in Vlaanderen.
 
Bij kleinschalige vergisting of pocketvergisting wordt biogas geproduceerd op basis van bedrijfseigen biomassastromen. Sinds 2011 vindt deze technologie voornamelijk zijn weg naar de melkveesector. Het laat onder andere landbouwbedrijven toe zelf in hun energie te voorzien op basis van eigen afvalstromen. In 2018 waren 53 kleinschalige biogasinstallaties (< 200 kWe) actief. De kleinschalige vergisting is in volle ontwikkeling in Vlaanderen en vindt uitbreiding naar andere landbouwsectoren dan de melkveehouders. In 2018 werd de eerste pocketvergister op varkensmest opgestart. Ook in de groenteverwerkende industrie vond de vergister ingang.
 
De oprichting van Pocketboer, een platform voor ervaringsuitwisseling en best practices, heeft succes gehad en krijgt een vervolgtraject. Uitbaters leren in deze groep van elkaars ervaringen, vergelijken installaties en gaan samen op zoek naar oplossingen voor problemen om hun eigen installaties te optimaliseren. De meest voorkomende knelpunten waren constructie-technische onvolmaaktheden, biologische uitdagingen, beperkte kennis en ervaring, moeilijke communicatie tussen de verschillende partijen en administratieve last.
 
In het nieuwe mestactieplan (MAP6) is een belangrijke maatregel voor de biogassector opgenomen om nutriëntenstromen beter in kaart te brengen. Zo komt er een effectiever toezicht op mestverwerkingsinstallaties en worden extra maatregelen opgelegd om onderzoek mogelijk te maken door bijvoorbeeld de installatie van een debietmeter. Voor digestaat wordt een code van goede praktijk opgesteld. Er komt ook een Vlaams Nutriënten Platformals incubator voor initiatieven van nutriëntenrecuperatie en het verstrekken van de nodige ondersteuning voor dergelijke initiatieven.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek